Kerk & religie

Reformatie bracht christendom in het spoor van Augustinus

De Reformatie heeft politieke, sociale en economische aspecten. Zij moet echter allereerst vanuit haar religieuze motieven worden verstaan. Dat doet Timothy George, een vooraanstaande Amerikaanse kerkhistoricus uit de kring van de Zuidelijke Baptisten, in zijn studie ”The Theology of the Reformation”.

Ds. P. de Vries
31 October 2013 20:34Gewijzigd op 15 November 2020 06:44
De „helden” van de Reformatie: Philippus Melanchton, Johannes Calvijn, Johannes Bugenhagen, Maarten Luther, Gustaaf Adolf, Ulrich von Hutten, Huldrych Zwingli en Johannes Hus. Beeld RD
De „helden” van de Reformatie: Philippus Melanchton, Johannes Calvijn, Johannes Bugenhagen, Maarten Luther, Gustaaf Adolf, Ulrich von Hutten, Huldrych Zwingli en Johannes Hus. Beeld RD

Over de Reformatie zijn tal van boeken geschreven. Het karakter ervan is heel verschillend gewaardeerd en getypeerd. De bekende Duitse kerkhistoricus Von Harnack stelde dat de Reformatie het einde van het dogma betekende. Hij zag de Reformatie als de opmaat naar de verlichting.

Andere onderzoekers hebben juist de relatie tussen de Reformatie en de middeleeuwen onderstreept. Die laatste visie zit veel dichter bij de waarheid dan de eerste. Niet minder dan de kerk van middeleeuwen geloofde de kerk van de Reformatie in gezag. Het grote verschil was dat dit het gezag van de Schrift alleen was en niet het gezag van de Schrift en van de traditie. Voor de Reformatie kon het gezag van de Schrift niet losgemaakt worden van zijn boodschap, namelijk de heilsbetekenis van het werk van Jezus Christus.

De eerste druk van de studie ”The Theology of the Reformation” verscheen in 1988. De jaren door is dit werk telkens herdrukt. Na 25 jaar heeft de auteur een uitgebreide en gereviseerde versie geschreven. Aan de hoofdstukken over Luther, Zwingli, Calvijn en Menno Simons is in deze uitgave een hoofdstuk over Tyndale toegevoegd, terwijl het openingshoofdstuk en het slothoofdstuk aanzienlijk zijn uitgebreid.

Augustijns reveil

In navolging van G. H. Williams, zijn leermeester aan Harvard University, typeert George zeer terecht de Reformatie (met uitzondering van de radicale vleugel) als een stroming in de lijn van Augustinus. De Reformatie was niet alleen een beweging die het gezag van de kerk principieel aan dat van de Schrift onderwierp, maar ook een augustijns reveil. Met uitzondering van Menno Simons leerden alle door George beschreven reformatoren de erfzonde, de rechtvaardiging door het geloof, waarbij rechtvaardiging als vrijspraak werd verstaan, en de soevereine verkiezing van God.

George legt er de vinger bij dat Luther, Zwingli, Calvijn en Tyndale met betrekking tot de rechtvaardiging en de verkiezing wel elk hun eigen accenten legden. Luther sprak paradoxaler over de verkiezing dan Calvijn. Datzelfde zien we bij Tyndale. Luther en Tyndale gaan beiden meer dan Calvijn in op de aanvechting niet verkoren te zijn. Beiden geven dan het antwoord dat men zich niet allereerst moet afvragen een verkorene te zijn, maar zich moet vastklemmen aan de gekruisigde Christus.

Menno Simons

De studie van George heeft met de toevoeging van het hoofdstuk over Tyndale beslist aan waarde gewonnen. Bij Tyndale merken we de invloed van Luther in de accenten die hij legt ten aanzien van de rechtvaardiging. Echter, meer dan Luther heeft hij onderstreept dat bij het rechtvaardigend geloof navolging van Christus hoort en liefde tot Gods wet. Calvijn heeft in andere woorden dezelfde accenten gelegd als hij stelt dat Gods genade altijd een tweevoudig karakter draagt. Rechtvaardiging is nooit zonder heiliging en beide vloeien voort uit de gemeenschap met Christus.

De grote aandacht voor de liefde tot Gods wet en de navolging van Christus verbindt Tyndale, zo stelt George, met Menno Simons. Simons wordt door George besproken als vertegenwoordiger van de radicale Reformatie. Deze typering is door Georges leermeester Williams gegeven aan die stroming van de Reformatie die zonder steun van de overheid de kerk wenste te vernieuwen. Nog altijd valt in de wereldkerk de doorwerking van zijn gedachtegoed aan te wijzen.

Menno Simons, zo laat George zien, had niet de theologische diepgang van de andere reformatoren. Hoe dan ook was theologie voor Simons minder belangrijk. George typeert het verschil tussen de hoofdstroom van de Reformatie en de doopsgezinden zo dat de eerste sola Scriptura (alleen de Schrift) leerde en de doopsgezinden nuda Scriptura (de naakte Schrift), dat wil zeggen de Schrift helemaal losgemaakt van de geschiedenis van de kerk der eeuwen die daarbij heeft geleefd.

Wat Menno Simons deed is ook feitelijk geen streven naar een reformatie van de kerk, maar de stichting van een geheel nieuwe kerk die met voorbijgaan aan de eeuwen van de kerkgeschiedenis voor haar louter en alleen bij de Schrift leeft. Meer dan hij zelf in de gaten had, was echter ook Simons schatplichtig aan de kerk der eeuwen. Dan behoeven we slechts het leerstuk van de drie-eenheid te noemen. De leer van de erfzonde nam hij echter niet zonder meer over en de leer van de rechtvaardiging en van de verkiezing wees hij resoluut van de hand.

Die laatste twee leerstukken zag hij als een bedreiging voor het leven in radicale navolging van Christus. Dat was voor hem de kern van de Bijbelse boodschap, veel meer dan die van de vergeving der zonden. In Nederland zijn de doopsgezinden vrijwel zonder uitzondering in vrijzinnig vaarwater gekomen. Wereldwijd zijn er nog wel altijd mennonietische gemeenschappen die leven bij zijn oorspronkelijke gedachtegoed. Dat is trouwens ook kennelijk aanwijsbaar in het Russische baptisme, dat in tegenstelling tot het Angelsaksische baptisme veel sterker door de radicale Reformatie dan door de hoofdstroom van de Reformatie is gestempeld.

Doop

George heeft een zeer lezenswaardig en toegankelijk boek gepubliceerd. Een boek dat met betrokkenheid op het onderwerp is geschreven. Wanneer George aan het einde van zijn studie de ”pilgrimfather” John Robinson citeert –dat de Heere nog meer licht en waarheid uit Zijn Woord zal laten voortkomen dan de reformatoren zagen– dan denkt hij daarbij zelf ongetwijfeld aan de visie op de doop. Echter, eerlijk en objectief verwoordt George ook wat de reformatoren ertoe bewoog aan de doop van zuigelingen vast te houden. Het ging hen om de prioriteit van Gods genade. Daarin valt hij overigens de hoofdstroom van de Reformatie van harte bij.


Boekeninfo

Theology of the Reformers. Revised Edition, Timothy George; 
uitg. Broadman and Holman Publishing Group, Nashville, 2013; ISBN 978 0 8054 0195 o; 428 blz.; $ 29,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer