Kerk & religie

Lutherbiograaf noemt reformator ijzervreter

Heinz Schilling ziet nog niet uit naar de grote Reformatieherdenking in 2017. Hoe mensen ook aan hem kneden en knutselen, Luther is en blijft een vreemdeling. Maar Schilling beseft tegelijk dat het de verkoop van zijn Lutherboek bevordert.

31 October 2013 19:17Gewijzigd op 15 November 2020 06:44
Heinz Schilling. Beeld RD
Heinz Schilling. Beeld RD

Na veertig jaar schrijven krijgt prof. Schilling voor het eerst stapels brieven over een boek. Met verhalen van mensen die zeggen dat ze niet konden stoppen met lezen totdat ze de 635 bladzijden over Maarten Luther uit hadden.

En dan die aanvragen voor lezingen. Schilling zit tot half 2015 vol. Hij wilde eigenlijk verder met een nieuw boek, maar dat plan is danig in de war geschopt.

Zijn eerste optreden had hij in Salzburg, in Oostenrijk. En raad eens wie er op de eerste rij zat? „De aartsbisschop zelf.”

Hij mocht ook in Rome optreden. Radio Vaticaan liet hem vier uur lang aan het woord. In Rome is ook een benedictijns klooster dat zijn boek gebruikt als dagelijkse voorleesstof. De eerste vertaling van het boek verschijnt dan ook in het Italiaans.

De historicus heeft wel een vermoeden waar de grote weerklank vandaan komt. Tot nu toe schreef hij –als een echte Duitse professor– dikke pillen over zakelijke thema’s uit de Duitse en de Europese geschiedenis. In de werkkamer van zijn huis in Berlijn pakt hij het ene na het andere boek van de plank en legt het op tafel. Met een glimlach legt hij er ook een dunner boek bij. Dat is het proefschrift van slechts 200 pagina’s uit 1972, over Nederlandse vluchtelingengemeenten tijdens de Reformatie.

Al deze gewichtige boeken spraken niet tot het hart. Daarvoor moet je over een mens van vlees en bloed schrijven. „En wat voor een mens? Een reus! Samen met Konrad Adenauer is Luther de bekendste Duitser.”

U had misschien in 1972 direct met een biografie moeten beginnen.

„Nee”, zegt Schilling beslist. „Voor een boek over een persoon heb je een zekere leeftijd nodig. In dit boek kon ik al mijn achtergrondkennis over de leefwereld van Luther kwijt. Dat is nodig voor een historische biografie.”

Historische biografie. Dat woord klinkt vaker. Schilling is geen theoloog, geen kerkhistoricus, maar een algemeen historicus. Karel V bijvoorbeeld is in Schillings boek niet een randfiguur, zoals in ”Luther, mens tussen God en duivel” van Heiko Oberman, maar een vroom man van daadwerkelijk keizerlijke omvang. Verder werd Luther geboren tijdens de renaissance, waarin het christendom uitrolde van Europa naar Zuid-Amerika. Dit had misschien geen invloed op Wittenberg, maar wel op Rome, en daarom besteedt Schilling er vele pagina’s aan. En trouwens, Wittenberg was beslist geen ingeslapen provinciestad. De auteur vertelt uitgebreid wat er allemaal speelde.

Voor de algemeen historicus is godsdienst ook geen vreemde kost. „Wie zich specialiseert in de zestiende eeuw, moet zich verdiepen in de religiestrijd.”

U kende de zestiende eeuw dus al. Kon Luther u nog verrassen?

„Ik ben vier jaar lang heel intensief met hem omgegaan. Zijn persoonlijkheid heeft een geweldige indruk op me gemaakt. Door aanhoudende arbeid wist hij door ondoordringbaar dik hout heen te boren. Hij was geen beeldenstormer, maar hij stond voor het Woord van God.”

Trots is de auteur op de omslagillustratie. Hier niet het bekende gepolijste Lutherbeeld, maar een onbekend schilderij van Lucas Cranach met een ruwe en ongeschoren versie van de reformator. „Dit is zoals hij was. Een rebel, een ijzervreter. Met mijn medewerkers heb ik lang gezocht naar dit beeld. Het komt uit een privécollectie.”

Welke bronnen gebruikte u voor dit boek?

„Allereerst Luthers werken. Gelukkig zijn de 120 banden van de Weimarer Ausgabe op internet te lezen. Die teksten zijn trouwens harde brokken. In de weergave heb ik soms verklarende woorden moeten invoegen om dat oude Duits verstaanbaar te maken.

Verder heb ik natuurlijk veel andere historische bronnen gebruikt die gaan over de tijd van Luther. Zoals over Karel V. Over hem had ik al eerder geschreven, wat zelfs in het Nederlands is uitgegeven.

Begin je eenmaal aan zo’n boek, dan ben je er dag en nacht mee bezig. ’s Nachts lig je wakker en moet je een nieuw idee eerst opschrijven voordat je verder kunt slapen.

Fundamenteel is het bouwplan, de verdeling van de stof in de inhoudsopgave. Als hoogleraar ben je daar natuurlijk aan gewend. Ik gaf vroeger wel colleges van vier uur. Dat vereist een goede structuur.”

De grote Duitse kranten hebben het boek besproken. En over het algemeen positief. Schilling bladert door een map waarin hij de recensies bewaart. Het irriteert hem wel dat de Frankfurter Allgemeine Zeitung –de huiskrant van intellectueel Duitsland– pas laat met een bespreking kwam. Ze houden niet van religie, denkt hij.

Een andere Lutherbiograaf, Martin Brecht, zei in deze krant dat zo’n klus alleen de moeite waard is als je bestaande visies kunt corrigeren. Wat is uw bijdrage?

„Nou, ik heb met niemand gestreden, en ook niet met Brecht. Sinds de jaren vijftig had geen algemeen historicus meer een biografie over hem geschreven. Terwijl de kennis van Luthers tijd wel enorm is toegenomen.”

U schrijft dat de Rooms-Katholieke Kerk in de zestiende eeuw een nieuwe kerk was, net als de protestantse. Hoe bedoelt u dat?

„Door de eeuwen heen waren er veel protesten tegen Rome geweest. Maar Rome had de hervormers omarmd of omgebracht. Het protest was nooit overgenomen.

En toen kwam deze monnik uit Wittenberg. Luther was een doorn in het vlees van de paus. Het concilie van Trente (1545-1563) was nodig om hem van repliek te dienen. Luther werd daar ook uitgenodigd, maar hij vreesde dat die vergadering was bedoeld om hem er weer in te kletsen. Volgens hem was de kerk niet meer te hervormen. Tijdens dit concilie formuleerde de kerk haar opvatting scherper dan ooit. Feitelijk nam ook de Roomse Kerk hier een nieuwe leer aan.”

Als kritiek niet vreemd was, wat was dan het geheim van Luthers succes?

„Hij stelde aan de kaak dat de aflaat geen pastoraal doel had, maar alleen diende om geld te verzamelen voor de uiterlijke kerk in Rome. Daarmee trof hij de kerk in de kern.

De bisschoppen zagen in hem direct een gevaar. Ze zagen de spirituele kracht van Luther niet. Veel andere critici lieten de kerk heel en waren niet gevaarlijk.

Luther begon ook te twijfelen aan het pausschap. Hij had best kunnen leven met een bisschop van Rome als eerste onder zijns gelijken. Maar de paus als vertegenwoordiger van Christus op aarde accepteerde hij niet.

Hetzelfde geldt voor de priester als noodzakelijke bemiddelaar tussen God en de ziel. De mensen konden zich direct tot God wenden. Daarom was elke christen een priester.

Enkele jaren geleden zijn de luthersen en de rooms-katholieken het eens geworden over de rechtvaardigingsleer. Maar zo’n overeenstemming bereikt men nooit over het ambt van de paus en de leer van de kerk. Die kloof blijft.”

Dat is de kerkelijke kant. Nu het volk. Dat gelóófde Luther.

„Hij bevrijdde hen van vreselijke angst. Het eeuwige leven was zeer wezenlijk in die tijd. Daarvoor was men bereid zich te geselen.

En toen kwam Luther. Hij zei: Laat die werkheiligheid nu maar, want God schenkt Zijn vergeving uit genade. Daardoor vielen de mensen de schellen van de ogen. De vraag naar de eeuwige zaligheid was wezenlijk in die tijd.

Vergelijk het met de beurskoersen vandaag. Iemand die –volledig betrouwbaar– kan voorspellen of de AEX de komende maanden stijgt of daalt, kan miljoenen verdienen. Zo was het met Luther. Hij zei: Geloof in Christus en treed binnen in het eeuwige leven. Voor angst en onzekerheid is geen reden.”

U schrijft dat Luther de genade Gods centraal stelde en Calvijn de uitverkiezing. Calvijn zelf beweert echter dat juist in die verkiezing Gods genade oplicht. Hoe zit dat nu?

„Ook de calvinist zegt dat God redt uit genade, maar Hij laat toch enkelen in het oordeel. Voor Luther is wezenlijk dat die genade voor allen is. Niet dat iedereen zalig wordt, maar wel zij die zich met de genade inlaten. Dat gaat niet terug op een eeuwig raadsbesluit. Bij Calvijn geeft dat wel de doorslag.”

Vandaag de dag is schoppen tegen Luther erg gewild. Van de weeromstuit voelen liefhebbers van de reformator zich verplicht de man te verontschuldigen. Maar Schilling probeert een andere weg: Luther in zijn eigen tijd begrijpen. „En dan ook met dat vreselijke antisemitisme.”

Sommige nazi’s beriepen zich op Luther, omdat hij immers had gezegd dat de synagogen moesten worden platgebrand. Terecht?

„Nee. Ten diepste was Luther eigenlijk geen antisemiet. Hij was wel een felle anti-judaïst. Als een Jood zich bekeert, wordt hij zalig. De zaligheid ketste niet af op etniciteit. Maar de nazi’s –ook onder predikanten– zeiden: Joden blijven Joden en kunnen dus niet gered worden.

Dan dat platbranden van de synagoges. Dat heeft Luther inderdaad gezegd. En dat is erg genoeg.”

Functioneert Luther nog in Duitsland?

„Dat is mijn grote zorg. De mensen bakken hem zoals ze willen. Ik zie daarom niet reikhalzend uit naar de herdenking van 500 jaar Reformatie in 2017. De neiging is altijd hem aan te passen aan ons tijdsbeeld. Maar Luther blijft een vreemdeling.

In Wittenberg zie je een heus Luthercircus, met Lutherbier en Luthersokken. Terwijl in die deelstaat Saksen-Anhalt maar 10 procent christen is. Men waardeert hem wel als landgenoot, maar niet als spiritueel leider.

Ook betwijfel ik of Luther blij zou zijn met de lutherse kerk in ons land. Hij zou zich in elk geval niet thuis voelen bij de ontheologische wijze waarop die ”Orientierungshilfe” over huwelijk en gezin is geschreven. Die is meer geijkt aan moderne opvattingen dan aan het Woord Gods.”


Heinz Schilling

Heinz Schilling werd in 1942 geboren in een protestants gezin. Zijn hele loopbaan was hij internationaal actief in de kring van geschiedschrijvers over de nieuwe tijd, in het bijzonder van de Reformatie.

Voor zijn bijdrage aan de Europese geschiedschrijving kreeg hij in 2002 in Nederland de Heinekenprijs van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. In 2009 kreeg hij van de universiteit van Göttingen een eredoctoraat in de theologie.

Samen met een collega ontwikkelde hij de historische theorie over de confessionalisering. Kort gezegd is deze theorie de manier waarop het na de Reformatie kwam tot de vorming van leer en codes.

In 2012 publiceerde uitgeverij C. H. Beck zijn ”Martin Luther. Rebell in einer Zeit des Umbruchs” (714 blz.; 29,95 euro).


In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: prof. dr. Heinz Schilling, emeritus hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de Humboldt Universität in Berlijn en schrijver van de jongste Lutherbiografie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer