Minder banen in zorg
DEN HAAG (ANP). In de jeugdzorg en de langdurige zorg verdwijnen in de periode tot en met 2015 22.000 voltijdbanen. Dat komt overeen met 36.000 personen. Na 2015 neemt de werkgelegenheid weer toe door groeiende zorguitgaven en vergrijzing.
Dat blijkt uit een rapportage die minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) vrijdag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. De werkgelegenheid ligt in 2017 weer op een hoger niveau dan in 2011, maar nog ongeveer 15.000 voltijdbanen lager dan dit jaar.
De daling in de werkgelegenheid is het gevolg van hervormingen waarbij veel zorgtaken verhuizen van het rijk naar de gemeenten en zo via wijkteams en wijkverpleegkundigen dichter bij de mensen komen. De dalende werkgelegenheid de komende ruim 2 jaar kan deels worden opgevangen door natuurlijk verloop van personeel, stellen de bewindslieden. In de huishoudelijk hulp duurt dat ongeveer 31 maanden, in de langdurige GGZ een half jaar en in de gehandicaptenzorg 4 maanden.
„Een deel van de werkgelegenheid verschuift daarbij van het publieke naar het private domein, bijvoorbeeld in de huishoudelijke hulp. Tot slot kunnen de effecten worden gedempt door een gematigde loonontwikkeling, zoals in het zorgakkoord”, schrijven de bewindslieden.
Ze stellen dat de kwaliteit van de zorg wordt gewaarborgd door afspraken over overname van personeel en het zoveel mogelijk in stand houden van de relatie cliënt-zorgverlener. „Gemeenten en aanbieders moeten onnodige onzekerheid voorkomen door snelle afspraken over zorginkoop en zorglevering te maken.” Van Rijn zal de Wet maatschappelijke ondersteuning op dit punt aanscherpen.
Verder wijzen de bewindslieden er op dat instellingen in de langdurige zorg er financieel beter voor staan. Hun reserves zijn gestegen van ruim 20 naar bijna 30 procent tussen 2007 en 2011. Dat geeft de mogelijkheid om kosten te dekken zonder te snijden in het personeel. Daarnaast heeft het kabinet 590 miljoen euro beschikbaar voor het begeleiden van ‘werk naar werk’ en voor omscholing of bijscholing. Er is 18 miljoen extra beschikbaar voor een stagefonds.