Opinie

Commentaar: Gemiste kans in zaak-Heringa

Raadsman Willem Anker, verdachte Albert Heringa en de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde; allen reageerden ze dinsdag met gemengde gevoelens op de uitspraak van de strafrechter in wat de zaak-Heringa is gaan heten. Daarin staat de vraag centraal of een (bloed)verwant van een patiënt euthanasie of hulp bij zelfdoding mag verrichten, nadat de arts heeft aangegeven daartoe (nog) niet bereid te zijn. In het dinsdag gewezen vonnis beantwoordt de rechter de vraag ontkennend. Heringa kreeg geen straf of maatregel opgelegd, tot opluchting van hemzelf, de NVVE en zijn raadsman. Tot hun ongenoegen werd hij wel schuldig bevonden aan strafbare hulp bij zelfdoding.

23 October 2013 10:25Gewijzigd op 15 November 2020 06:34
De 71-jarige Albert Heringa na de zogenoemde zelfdodingszaak. Foto ANP
De 71-jarige Albert Heringa na de zogenoemde zelfdodingszaak. Foto ANP

Heringa’s ongenoegen werd naar zijn zeggen mede gewekt doordat hij in het vonnis de aanzet tot nieuwe, progressievere wetgeving heeft gemist. De hoop op zo’n aanzet kwam ook al duidelijk naar voren in het pleidooi van zijn raadsman. Deze vroeg de rechter expliciet de zaak „zelfstandig” te beoordelen en niet „tegen de achtergrond van jurisprudentie.” Daarmee bedoelde hij: tegen de achtergrond van oude strafzaken, waarbij hulp bij zelfdoding niet werd verleend door artsen of (bloed)verwanten, maar door zelfdodingsconsulenten van bijvoorbeeld stichting De Einder. Feitelijk vroeg de verdediging de rechter dus uit te spreken dat voor de beoordeling van hulp bij zelfdoding door (bloed)verwanten een nieuwe wet is vereist, omdat de bestaande verouderd zou zijn.

In die opzet zijn Heringa en de zijnen gelukkig (nog) niet geslaagd. De rechter beroept zich nadrukkelijk op de euthanasiewet uit 2002. Deze bepaalt dat alleen artsen euthanasie en hulp bij zelfdoding mogen uitvoeren; geen leken, bloedverwant of niet. Dat van de uitspraak wellicht een nog krachtiger signaal was uitgegaan als Heringa was gestraft is zeker waar. Maar de huidige praktijk zou pas onherroepelijk nog oncontroleerbaarder en onzorgvuldiger zijn geworden dan zij nu al is als Heringa in deze zaak vrijuit was gegaan.

Is de uitspraak voor Heringa’s sympathisanten niet onverdeeld verheugend, voor Bijbelgetrouwe christenen is hij dat evenmin. Eerder bedroevend, vooral omdat de rechter met zijn woordkeus in het vonnis nadrukkelijk aansluiting zoekt bij het liberale mens- en wereldbeeld dat vooral om zelfbeschikking draait. Het duidelijkst blijkt dat uit de passage waarin de rechter een maatschappelijk debat bepleit over de vraag of het behoud van zelfbeschikking niet in het gedrang komt in het tijdperk van „groeiende medische mogelijkheden en langere levensverwachtingen.” Dat neigt naar het kortzichtig problematiseren van ”de lange levensavond’ en gaat geheel voorbij aan het gegeven dat een doodswens die niet wordt veroorzaakt door een terminale ziekte vaak samenhangt met symptomen van depressiviteit die veelal nog behandelbaar zijn.

Het faciliteren van de zelfgekozen dood als uitweg bij een dergelijke doodswens is Bijbels gezien een onbegaanbare weg. Los daarvan is het een ronduit armzalige route, zeker in een land dat alom om zijn kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg wordt geprezen. Het is een gemiste kans dat de rechter dat, al was het maar heel summier, nergens onderstreept.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer