Schoon voorspel
Psalm 89:2
„Ik zal de goedertierenheden des Heeren eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekend maken, van geslacht tot geslacht.”
Ze zochten niet naar God, maar zij worden het eerst door God gezocht, getrokken met touwen der liefde, met mensenzelen, met goedertierenheid. De goedertierenheden vloeien aan alle kanten over: in de eerste geloofsschepping, in de gedurige vergeving van zonden, in de aanneming tot kinderen, in de heiligmaking, in de hemelse vertroostingen, in de dagelijkse besturingen, in de machtige bewaring en beschutting. Zelfs de strenge tuchtigingen zijn wonden van de Liefhebber.
Uiteindelijk zal de goedertierenheid zijn voltooiing vinden in de heerlijkmaking, wanneer de goedertierenheid –die reeds over hen van eeuwigheid was– ook tot in de eeuwigheid zijn zal.
J. J. Brahé, predikant te Vlissingen (”Ethans onderwijs”, 1765)