Commentaar: Christen kan niet met spektakelwerk aandacht trekken
Binnen de gereformeerde gezindte groeit de aandacht voor christenvervolging. Zo besloot de synode van de Gereformeerde Gemeenten recent dit onderwerp apart op de agenda te zetten. Ook de christelijke gereformeerde jongerenorganisatie LCJ besteedde er het achterliggende jaar uitgebreid aandacht aan. Organisaties die zich inspannen voor de vervolgde kerk vinden meer gehoor dan een aantal jaren geleden. Dat is opvallend, omdat nog maar goed 25 jaar geleden de geloofsvervolging dichterbij plaatshad, in het Oostblok, dan nu. En toen was de kerkelijke aandacht bescheidener.
Het moet zonder meer positief geduid worden dat nu ouderen en –niet te vergeten–jongeren meer aandacht hebben voor de christenvervolging. Het is een Bijbelse plicht om te leven en te bidden alsof men medegevangene is.
Kerken en organisaties doen hun best om de aandacht voor de vervolgde christenen zo goed mogelijk onder de aandacht van christenen in ons land te brengen. En dat valt soms niet mee. Er is immers zo veel nood in de wereld. Het gaat er dus om op een goede, aansprekende manier de interesse te winnen van mensen.
Op zichzelf is er niks mis met het voeren van een goed pr-beleid door hulpverleningsorganisaties. Van belang is echter wel om daarbij maat te houden. Wie al te gelikte folders verspreidt, kan gemakkelijk de indruk wekken dat er veel giften opgaan aan drukkosten. Terecht dat donateurs en toezichthouders dat in de gaten houden.
Evenzo is het nodig dat instellingen zich steeds weer de vraag te stellen of de werkvorm verantwoord is. Niet alles kan. Is het gepast om, zoals donderdagavond tijdens een jongerenbijeenkomst over christenvervolging, een politie-inval na te spelen om te illustreren hoe het bij christenvervolging gaat?
Deze inval was het vervolg op het gerucht eerder deze week in Veenendaal dat deze jongerenbijeenkomst was afgelast door de politie omdat hindoes bezwaar hadden gemaakt. Dat werd gemeld in een column op een christelijke website. Probleem was dat de column wel erg veel leek op een nieuwsbericht. Niet verwonderlijk dat bezoekers van de website het nieuws serieus namen. Vandaar dat ophef ontstond. De politie wist van niks en de hindoes waren zich van geen kwaad bewust. Een dergelijke actie valt niet te verdedigen met het argument: „Zo zou christenvervolging kunnen gaan.” De column zette zowel de autoriteiten als de hindoes in een kwaad daglicht. Per saldo brengt die aanpak christenen, ook de vervolgde, in diskrediet.
Dat er op allerlei manieren aandacht wordt gevraagd voor vervolgde christenen, is prima. Maar laat die werving vooral een geestelijk karakter dragen. Alleen op die basis kunnen er werkelijk meeleven en meelijden ontstaan. Wie intense geestelijke of materiële nood met spektakelwerk onder de aandacht wil brengen, weet daardoor wellicht portemonnees te openen, maar zal niet zo snel handen gevouwen krijgen. Het mag ouderwets klinken, maar het is belangrijker dat de nood wordt opgebonden dan dat deze met een act wordt opgedrongen.