Opinie

Commentaar: Iran praat weer

Iran praat weer. Met de P5+1-groep. Voor de duidelijkheid: P5+1 staat voor China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en de Verenigde Staten. Plus Duitsland.

15 October 2013 10:58Gewijzigd op 15 November 2020 06:25
Overleg dinsdagmorgen in Geneve tussen Ashton (links) en Zarif. Foto EPA
Overleg dinsdagmorgen in Geneve tussen Ashton (links) en Zarif. Foto EPA

De nieuwe Iraanse president Hassan Rohani is vastbesloten binnen zes maanden een deal met het Westen te sluiten. Dinsdag en woensdag wordt er in Genève overleg gevoerd.

Een deal? Over het Iraanse atoomprogramma, natuurlijk. Maar waar die overeenkomst precies over moet gaan, is nog een beetje onduidelijk.

Als het aan Iran ligt, moet een vergelijk met het Westen vooral tot opheffing van de internationale sancties tegen de Islamitische Republiek leiden. De strafmaatregelen beginnen kennelijk dusdanig te knellen dat Teheran graag in overleg wil treden.

Wat het Westen nu eigenlijk wil, blijft vooralsnog in nevelen gehuld. Iran mag in geen geval een atoombom in handen krijgen. Dat is wel een redelijk duidelijke limiet. En als het even kan, moet Teheran ook stoppen met het verrijken van uranium.

Dat laatste is Iran nu net niet van plan. Het land heeft het volste recht er een eigen nucleair programma op na te houden – puur bedoeld voor vreedzame doeleinden, betoogde de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Zarif, maandag nog maar eens, in de aanloop naar de gesprekken in Zwitserland.

Met dat nucleaire programma wil Iran elektriciteit opwekken en medisch onderzoek verrichten. Nobele doeleinden, op het eerste gezicht. En het toppunt van duurzaam denken, in een land dat overigens bijna onder de olie bezwijkt.

Intussen rijst wel de vraag waarom zo’n nobel atoomprogramma dan zo geheim moet blijven. Nucleaire installaties worden diep onder de grond weggestopt. Of ingebouwd in de bergen rond de voor sjiieten heilige stad Qom. Internationale inspecteurs worden stelselmatig geweerd.

Dat geeft toch op zijn minst te denken dat Iran iets te verbergen heeft.

Maar nee, dat is te pessimistisch gedacht. We moeten maar al te blij zijn dat Teheran eindelijk een opening biedt. Er wordt nu tenminste gepráát. 
Dat is al heel wat, vergeleken met jarenlang lijntrekken.

De nieuwe Iraanse president staat immers als gematigd te boek. De geestelijkheid heeft in Iran niet altijd het laatste woord. En uiteindelijk zal de kracht van de internationale dialoog zegevieren.

Was het maar zo mooi. Feit is dat de Iraanse ver­rijkingscentrifuges op volle kracht blijven doordraaien. Ook tijdens de gesprekken in Genève. Elke minuut komt Teheran dichter bij de mogelijkheid een atoombom te vervaardigen.

Het Westen mag dan blij zijn met de bereidheid van Teheran tot praten, Iran zou meer internationaal krediet vergaren door het stellen van concrete 
daden. Stopzetting van uraniumverrijking en ongeli­mi­teerde toegang voor VN-inspecteurs. Om maar eens mee te beginnen.

In diplomatiek jargon heet dat: vertrouwen­wekkende maatregelen nemen. Geen woorden, maar daden. Maar daarop is Teheran nog niet vaak te betrappen geweest.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer