Overgrote deel Turken denkt over teruggaan
Niemand is in dit land zo eenzaam als een Nederlandse Turk, bleek vorige week. Of het een oude Turk of een jonge Turk is, maakt niet uit. De Turks-Nederlandse psychotherapeut dr. Murat Can snapt wel hoe dat komt. „Ze hebben niemand om hun problemen mee te delen. Wat dat betreft zijn Marokkanen een stuk verder.”
toen
Ik was 25 jaar toen ik naar Nederland kwam. Het was 1986, ergens in de donkere maanden. Ik wilde niet, maar ik was pas getrouwd en mijn vrouw woonde hier. Eén jaar in Nederland, spraken we af. Dan gaan we terug. Maar wat moest ik doen in dat jaar? Mijn vrouw ging werken, dus ik ging naar het arbeidsbureau zoals dat toen heette. Ik kwam terecht in een colafabriek in Brabant. Daar werkte ik een paar weken, toen wist ik wel dat mijn bestemming daar niet lag.
Ik ging terug naar het arbeidsbureau en vertelde tegen de consulente dat ik Nederlands wilde leren. Ik heb daar bijna ruzie gemaakt; ik kon haar er niet van overtuigen dat ik dat echt wilde. Ze zei: Jullie gaan toch terug? Ik ben uiteindelijk bij de directeur terechtgekomen en ten slotte mocht ik een eenvoudige basiscursus volgen.
In die tijd kwam het bij niemand op dat het goed kon zijn voor gastarbeiders om de taal te leren. Niet bij de gastarbeiders zelf, en niet bij de Nederlanders. Er was bij iedereen iets wat ik een tijdelijkheidsmentaliteit noem. En dus werd het leren van de Nederlandse taal actief ontmoedigd.
Dat idee van tijdelijkheid is er nog steeds, het is overgedragen aan de jongere generaties. Meer dan 70 procent van de Turkse Nederlanders heeft vandaag nog altijd dat gevoel van migrant zijn, van tussen wal en schip vallen. Bijna iedereen denkt over teruggaan naar Turkije.
Migratie lijkt op glad ijs. Daar kun je niet op lopen zoals je dat altijd hebt gedaan. Dan val je. Mede daardoor zijn er heel veel psychische en lichamelijke problemen. Maar over die problemen praat je niet in de Turkse cultuur. Daardoor zijn mensen eenzaam.
Ik heb die problemen zelf ook ervaren, maar ik heb mezelf een klap gegeven. Ik zei: Ook al ga je terug, waarom moet je dan intussen je leven in Nederland bederven? Ik wilde bewust omgaan met mijn problemen; ik heb nieuwe manieren gezocht om toch te kunnen lopen op glad ijs. Ik denk dat dat de reden is waarom ik succesvol ben geworden.
nu
Op straat in Nederland zie ik bijna nooit een Turkse man die lacht. Kijk maar naar de gezichten. Dat komt niet omdat ze alleen zijn. De Turkse cultuur is juist heel saamhorig. Soms heb je bruiloften met wel duizend man.
Maar daar staan negatieve kanten tegenover: sociale controle, jaloezie, angst voor roddel, schaamte voor heel veel dingen. Mensen voelen zich eenzaam in de eigen kring, dat is tien keer erger dan je eenzaam voelen zonder anderen.
In de jaren zestig waren hier bijna alleen Turkse mannen, toen had je nog weinig last van die negatieve kanten. Maar sindsdien is de angst voor elkaar steeds erger geworden.
Dan heb je er weinig aan dat je fijn met Turken onder elkaar op een bruiloft bent. Er wordt gepraat over dansen, kleding en grote auto’s. Maar niet over de problemen achter de voordeur.
Of neem de geroemde gastvrijheid, dat is ook zoiets. Een Turks echtpaar gaat bij een ander stel op visite. Ze zitten even te babbelen en na tien minuten staan de mannen op. Ze gaan naar een Turks koffiehuis. De vrouwen zetten de schotelantenne aan en gaan een Turkse film kijken. Het was gezellig, zeggen ze aan het eind van de avond. Maar wat gebeurt er met je problemen als je ze niet eens met je vrienden durft bespreken?
Ik herken die angsten van vroeger. Mensen weten soms de kleur van elkaars onderbroek, maar ze weten niet wat die ander bezighoudt. Eerlijk gezegd voel ik me soms nog steeds eenzaam, omdat ik de enige ben die deze problemen benoem.
straks
Helaas, ik verwacht geen snelle verandering. Maar dat die verandering er uiteindelijk komt, dat kan niet anders. Ik vermoed dat Turken vanaf nu in een snel tempo gaan individualiseren. De eerste stap daarin is altijd dat mensen nergens bij horen en zich eenzaam voelen. Hierna komt het proces dat Turken hun problemen niet langer ontkennen, maar er bewust mee omgaan.
Hoe lang dat nog duurt? Geen idee. Als je vanaf morgen bewust omgaat met je problemen, heb je er overmorgen al een beetje profijt van. Maar veranderingen zullen altijd pijnlijk zijn.
Wat dat betreft zijn Marokkanen al verder. De Marokkaanse cultuur is meer dan de Turkse gebaseerd op onderling wantrouwen, en niet op saamhorigheid. Daarom denkt een Marokkaan: Die ander interesseert me niet zo veel, ik red mezelf. Nu uit zich dat soms in wangedrag, maar ik denk dat je de komende twintig jaar steeds vaker Marokkanen op belangrijke posten zult zien dan Turken. Wat de Marokkanen nu al doormaken, staat de Turken nog te wachten.
Of dat betekent dat we straks massaal Turkse criminelen gaan zien in plaats van Marokkaanse? Dat zou best kunnen, al denk ik dat een Turkse jongere eerder depressief wordt dan agressief. Ze zullen de oplossing denk ik eerder zoeken in drugsgebruik.
De echte oplossing moet van twee kanten komen. Veel Turken wachten nu alweer op de zomervakantie, om op te laden in Turkije. Ze horen er hier niet bij. Daarom zou het goed zijn als Nederlanders aan sociaalemotionele reanimatie gaan doen. Door alleen maar te zeggen: Je hoort er wél bij.
Maar de Turkse kant moet zelf ook actie ondernemen. Openstaan voor andere culturen zit niet in het Turkse bloed. Dat moet veranderen, want de meesten zullen hier toch blijven. Eén of twee procent gaat daadwerkelijk naar Turkije, maar meestal komen ze gillend weer terug. Het gedroomde vakantieland bestaat helemaal niet. Daarom moeten Turken proberen nú hun draai te vinden in Nederland, zelfs als ze het idee hebben dat ze ooit nog terug willen.