Prof. De Ruijter: Preek ontstaat altijd op snijpunt Evangelie en cultuur
KAMPEN. Een preek ontstaat altijd op het snijpunt van Evangelie en cultuur, stelt de Kamper hoogleraar prof. dr. C. J. de Ruijter. Hij heeft zijn boek over predikkunde alleen kunnen schrijven „met een grote openheid tegenover de dynamiek van deze wereld.”
De Theologische Universiteit Kampen (TUK) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt belegde vrijdag samen met de Permanente Educatie Predikanten (PEP) een symposium over de toekomst van de preek. Aanleiding was het onlangs verschenen boek ”Horen naar de stem van God” van prof. De Ruijter, hoogleraar praktische theologie aan de TUK. De bijeenkomst trok ongeveer 130 belangstellenden.
Prof. De Ruijter zei het te betreuren dat de Apeldoornse hoogleraar prof. dr. A. Baars wegens ziekte afwezig was. Daardoor was er op het symposium in Kampen geen inbreng vanuit christelijke gereformeerde hoek.
Geamputeerde preek
Prof. De Ruijter ging nader in op zijn opvatting dat de preek niet kan worden losgemaakt van de liturgie. Niet alleen de kerk, ook de seculiere cultuur „snakt” naar ritueel en liturgie, aldus de hoogleraar. Belangrijke toespraken vinden altijd plaats in een „setting” en zijn eigenlijk „liturgische gebeurtenissen.” Een preek via internet, dus zonder die liturgische context, noemde prof. De Ruijter een „geamputeerde preek.”
Als tegenwicht tegen de liturgische ongebondenheid en de neiging van shoppende christenen, voerde prof. De Ruijter een pleidooi voor de kerkelijke setting van de preek. In de lijn van de gereformeerde traditie wilde hij ook de „mondigheid van de gelovigen” honoreren.
Dr. Ciska Stark, sinds 1 oktober directeur van het theologische onderwijs van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), sprak haar waardering uit voor het boek van prof. De Ruijter. In haar lezing, getiteld ”Preken als de weerklank van het Woord”, betuigde zij haar instemming met de visie dat de prediker vooral een „antwoordend mens” is, die zelf eerst goed naar het Woord luistert. Dr. Stark prees de schrijver omdat hij volgens haar een goede balans bewaart tussen de objectieve kant van de preek en het subjectieve aspect daarvan.
Hoop is de grondtoon die in het boek ”Horen naar de stem van God” doorklinkt, aldus dr. Stark. „God spreekt, Goddank, nog altijd voort met Zijn verlossend Woord.”
Voordracht
In de typering „de prediking is het verlossende Woord Gods, gecommuniceerd door de dienst van een geroepene binnen de werkelijkheid van de hoorders”, vond dr. Stark een juiste wisselwerking tussen Bijbeltekst, prediker en hoorders terug. Zij miste echter de aandacht voor de „performance” (voordracht) van de preek. „De daadwerkelijke uitvoering van de preek behoort tot de schepping en is ook het werkveld van de Heilige Geest.”
Volgens dr. Stark stelt prof. De Ruijter –in de lijn van de Reformatie– dat het Woord niet exclusief aan het ambt is gebonden. Maar hij zou vervolgens toch „terugdeinzen” voor de gevolgen van die visie. De preek is te veel voorbehouden aan de ambtelijke prediker, vond de PThU-docent. „De predikant is te veel een eenzame getuige, terwijl de rol van gemeenteleden bij het preekgebeuren niet goed is gewaarborgd.”
Dr. Stark zei dat het werk van de Heilige Geest meer aandacht verdient in de methodiek van de kerkelijke homiletiek (predikkunde). Preekvoorbereiding moet inderdaad zijn ingebed in de gebedspraktijk van de prediker, zoals prof. De Ruijter stelt, maar dat gebed „kan ook plaatsvinden in de praktijk van het gezamenlijk gebed van de gemeente.”
Hoopvol
Dr. T. T. J Pleizier, predikant van de hervormde gemeente te Dirksland, zei in een reactie op prof. De Ruijters ”Horen naar de stem van God” dat dit een „hoopvol” boek is. Zijn lezing had als titel: ”Preken als het uitspreken van een hoopvol woord”.