„Bedrijf kan meer doen tegen racisme”
Bedrijven kunnen meer doen om racisme op de werkvloer te voorkomen. Werkgevers nemen pas maatregelen op het moment dat racistisch gedrag plaatsvindt.
Dat blijkt uit onderzoek van de vakcentrale FNV onder 2300 ondernemingen, dat dinsdag gepresenteerd werd in Den Haag. Bedrijven zijn zich onvoldoende bewust van hun rol bij het voorkomen en bestrijden van racisme op de werkvloer. Kansen en mogelijkheden om discriminatie tegen te gaan, benutten ze niet.
„Bedrijven zeggen wel dat zij het belangrijk vinden dat hun organisatie vrij van racisme is, maar doen vervolgens niets”, aldus vice-voorzitter K. Roozemond van de FNV. „In de bedrijfsvoering geven zij hieraan geen prioriteit.”
De FNV heeft het onderzoek uitgevoerd met het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR). Beide organisaties vinden dat bedrijven ernaar moeten streven dat hun personeelsbestand een afspiegeling is van de beroepsbevolking. Waar het personeel een mix is van allerlei culturen, worden allochtone collega’s beter geaccepteerd, zo blijkt uit het onderzoek.
Allochtonen hebben nog steeds een achterstand op de arbeidsmarkt. Tussen 1995 en 2001 is de arbeidsdeelname van etnische minderheden gegroeid. Nu het economisch echter minder gaat, moet volgens de FNV en LBR worden voorkomen dat die groei weer helemaal teniet wordt gedaan. Bedrijven moeten maatregelen nemen om etnische minderheden te werven én te laten doorstromen.
Binnen bedrijven is volgens beide organisaties draagvlak nodig voor een multicultureel personeelsbeleid. Leidinggevenden en ondernemingsraden kunnen daaraan bijdragen. Zij zijn zich tot nu toe te weinig bewust van de voorbeeldfunctie die zij hebben.