„Gelovigen grijpen minder snel naar verslavende middelen”
Godsdienstige jonge mannen uit Zwitserland gebruiken minder vaak pepmiddelen dan zij die zeggen atheïst te zijn.
Dat blijkt uit een studie van het Zwitserse onderzoeksinstituut Swiss National Science Foundation (SNSF) in Bern. Het onderzoek werd vorige maand gepubliceerd en begin deze maand bekendgemaakt op medicalxpress.com. Het onderzoek biedt meer inzicht in drugsgebruik. Jongeren in Zwitserland gebruiken bovendien gemiddeld meer drugs dan jongeren uit andere Europese landen.
De SNSF interviewde in 2010 en 2011 mannen van rond de twintig jaar oud. Inmiddels zijn 5387 vragenlijsten onderzocht.
Het onderzoeksbureau splitst de mannen in vijf groepen: de ”religieuzen” geloven in God en bezoeken kerkdiensten, de ”spirituelen” geloven in een hogere macht maar hebben zich niet gebonden aan een bepaalde gemeenschap of aan bepaalde rituelen, de ”twijfelaars” zijn er niet zeker van of en hoe men moet geloven in God, de ”agnostici” nemen aan dat niemand kan weten of er een God is en de ”atheïsten” geloven niet in God.
Uit het onderzoek blijkt dat hoe minder men met religie heeft, hoe meer men verdovende middelen gebruikt.
Van de 543 religieuze mannen rookt 30 procent dagelijks sigaretten. 20 procent gebruikt meer dan één keer per week cannabis. Het gebruik van ecstasy of cocaïne is bijzonder klein. Van de 1650 atheïsten steekt iets meer dan de helft dagelijks een sigaret op. Ruim een derde gebruikt wekelijks cannabis. 6 procent heeft ecstasy en 5 procent heeft cocaïne gebruikt in het afgelopen jaar.
Voor onderzoeksleider Gerhard Gmel van het universitair ziekenhuis in Lausanne toont het onderzoek aan dat bij drugsverslaving niet alleen gekeken moet worden naar risicofactoren maar ook naar beschermende factoren. Het geloof kan zo’n beschermende factor zijn.
Wat voor relatie er precies is tussen geloof en gebruik van verslavende middelen beantwoordt het onderzoek niet. Mogelijk is er een verband tussen een bepaalde religieuze ethiek of de sociale controle van de geloofsgemeenschap en het gebruik van pepmiddelen.