De AID kwam een 31–jarige schapenhandelaar en een 53–jarige boer op het spoor na een melding van de Eindhovense politie over uit illegale slacht afkomstig schapenvlees. Uit AID–onderzoek bleek dat de illegale slacht plaatsvond op een boerderij in de omgeving van Eindhoven. Daar werd vers slachtafval van een tiental schapen gevonden.

De boer en de schapenhandelaar gebruikten een boerenschuur al vijf jaar voor het illegaal slachten van de dieren. De meeste schapen werden aangeleverd door de schapenhandelaar, die had de slachtdieren van te voren verkocht. Kopers konden het vlees bij de boerderij ophalen.

De boer begroef het slachtafval op zijn land. Slachtafval moet eigenlijk vernietigd worden bij een destructiebedrijf. Voor het ter beschikking stellen van zijn schuur voor de slacht en het opruimen van het slachtafval, kreeg de boer per schaap betaald. Bij onderzoek op het erf werden ongeveer tweehonderd schaapshuiden gevonden. De boer en de schapenhandelaar hebben enkele dagen vastgezeten voor verhoor.

Na hun vrijlating heeft de AID een nacontrole gehouden bij de schapenhandelaar. Daar werden vijf schapenkadavers gevonden. Vier nog levende ernstig verwaarloosde schapen moesten worden afgemaakt. Tegen de man is weer proces–verbaal opgemaakt.