Ds. C. A. van Dieren 25 jaar predikant
RIJSSEN. Zijn hart ligt in de gemeente, bij het pastoraat, bij catechisatie, en vooral bij het voorbereiden van de preek. „In bezoeken aan gemeenteleden krijg je stof voor de prediking. Dan zie je of het Woord vrucht draagt, dan hoor je waar je mensen mee lopen, wat hun geestelijke nood is.”
Op 24 januari 2001 werd ds. Van Dieren bevestigd als predikant van de Rijssense Noorderkerk. „Ondanks de grootte van de gemeente doe ik mijn werk met lust en liefde. We hebben een goede kerkenraad en in Rijssen weten ze van doorpakken, zoals ze hier zeggen.”
Van Dieren is afkomstig uit Middelharnis, op het eiland Flakkee. „Al vroeg mocht ik geloven dat het ambt voor mij was weggelegd, ook al heeft de vervulling lang op zich laten wachten.”
Eerst gaf hij godsdienst op de Driestar in Gouda. „Dat heb ik met hart en ziel gedaan. Van het onderwijs heb ik echt genoten. Ik heb me weleens afgevraagd wie er meer leerde: de leerlingen van mij of ik van de leerlingen. Later heb ik beseft hoe nuttig het is als je eerst iets hebt ervaren van het maatschappelijk leven voordat je predikant wordt.”
Ik merk, zegt ds. Van Dieren, een groot stuk ontreddering bij jonge mensen, in jonge gezinnen. „Ze hebben zo weinig houvast, want ze horen zo weinig meer waar ze jaloers op kunnen zijn. Laten we toch de godsdienstige opvoeding van onze kinderen niet uitbesteden aan kerk en school.”
De tijd van de vanzelfsprekendheid is voorbij, zegt de predikant van de Noorderkerk. „Vroeger werden de zaken van het leven der genade van generatie op generatie doorgegeven. Dat is voorbij. Je moet nu alles uitleggen, en dat geeft ook helemaal niets. Jongeren zeggen vandaag: „Dominee, dat kunt u nu wel zeggen, maar leg dat eens uit, onderbouw eens wat u zegt.” Jongeren zoeken iets authentieks. Ze vragen zich niet af of het wel waar is wat je zegt, maar of je zélf waar bent.”
„Predik het Woord.” Dat waren de woorden waarmee ds. P. Honkoop jr. kandidaat Van Dieren in 1988 bevestigde als predikant te Stolwijk. „Dat is mijn arbeid: predik het Woord. Dan ben ik ook het meest in mijn element. Het is wonderlijk werk, en je leert het nooit. Je kunt in de week met een preek bezig zijn, maar op zaterdagavond begint vaak alles uit handen te vallen. Hoe dichterbij de preekstoel komt, des te meer besef je dat je met al je voorbereidingen jezelf niet kunt helpen. Dan moet de Heere het door Zijn Geest levend en krachtig maken, tonen wat er in de Middelaar gelegen is voor een in zichzelf rechteloos mensenkind. Dat moet elke keer opnieuw geschonken worden. Hoe langer ik preek, hoe meer ik tot de ontdekking kom dat al ons preken en kennen maar zeer ten dele is. We moeten in onze tijd niet vergeten dat Gods veelkleurigheid van Paulus, Apollos en Céfas er altijd is geweest en blijven zal. Dit moet tot bescheidenheid stemmen.”
Van alles wat openlijk of bedekt het remonstrantisme aanhangt heeft hij een afkeer, zegt ds. Van Dieren. „Ik ben er wars van. In de totale verlorenheid van de mens kan het volmaakte werk Gods niet ruim genoeg gepreekt worden. Christus is álles, of Hij is niets. Dat bindt of dat scheidt.”
Ds. Van Dieren is verwonderd dat hij 25 jaar in de wijngaard mocht dienen. Dat neemt niet weg dat hij met zorg bezet is. „De nood van ons land zou meer de nood van de kerk moeten zijn. Er is een aangrijpende blindheid voor de ernst van de zonde. Er lijkt al minder besef te zijn hoe de Heere de zonde ziet. Ook fatsoenlijke kerkmensen leven zo onbekommerd voort, zonder enige vrees voor de grote Godsontmoeting.”
Het werk Gods is wijder dan wij ooit kunnen bezien, zegt ds. Van Dieren. „Al die 25 jaren heb ik binnen de Gereformeerde Gemeenten een hartelijke verbondenheid ervaren. Maar vrienden heb ik binnen en buiten mijn eigen kerk, want de kerkmuren staan niet op die plaats waar wij ze hebben opgetrokken. We moesten met elkaar meer de smart ervaren over alle kerkelijke breuken die er liggen. Maar ds. Joh. van der Poel wist al: „Breuken maken is mensenwerk. Breuken bewenen is geesteswerk. En breuken helen is Christus’ werk.”
De Rijssense predikant probeert bij al het werk zo veel mogelijk te lezen. Hij spreekt met veel respect over ds. Joh. van der Poel, oud gereformeerd predikant te Ede. „Deze man had een eenvoudig maar diep inzicht in het werk Gods. Dat raakt het hart.”
Van jongs af leest hij de boeken van Philpot. Recent las hij werken van Matthew Mead en Hugo Binning. „Ik ben ervan onder de indruk hoe die mensen vanuit de Schrift en vanuit de praktijk van het geestelijk leven Gods Woord in de breedte en de diepte verklaren. Toen ik Binning las, dacht ik: Ik ben niet waardig langer het ambt van predikant te vervullen. Dan blijft verwondering over dat de Heere zo één in zijn dienst wil gebruiken, want het blijft toch mijn hoogste blijdschap om uit te stallen wat er in Christus te vinden is.”
Lees ook in Digibron:
Alles heeft zijn bestemde tijd – interview met ds. van Dieren (vertrek als voorzitter Vrouwenbond) (Daniël, 16-12-2009)
Beknopt geheel van de leerstellige waarheid – interview met ds. van Dieren (Reformatorisch Dagblad, 25-09-2003)
Samenbinden op grond van Schrift en Belijdenis – interview met ds. van Dieren (De Banier, 14-05-1992)
Verslag van de bevestiging en intrede van ds. C. A. van Dieren in Rijssen-Noord (De Saambinder, 10-05-2001)
Ds. van Dieren neemt afscheid van gg Stolwijk (Reformatorisch Dagblad, 15-01-2001)
Gereformeerde gemeente Stolwijk krijgt eigen predikant (Reformatorisch Dagblad, 06-10-1988)