Het hof is dinsdag begonnen aan het herzieningsproces in de zaak van de zogeheten Zes van Breda - drie mannen en drie vrouwen die destijds zijn veroordeeld voor betrokkenheid bij de moord op Oma Mok. De Hoge Raad heeft de herziening van de zaak vorig jaar bevolen, nadat nieuwe feiten aan het licht waren gekomen. Het zestal, dat zijn straf heeft uitgezeten, is mogelijk onterecht veroordeeld.

Oma Mok werd in de nacht van 3 op 4 juli 1993 gedood in het Chinese restaurant van haar zoon in Breda. De vrouw was zwaar mishandeld en gewurgd. Het onderzoek belandde eerst op dood spoor. Na 8 maanden arresteerde de politie de zes verdachten, na een tip.

Volgens Korver is het „prematuur” om te concluderen dat het Openbaar Ministerie (OM) twijfels heeft over de eerdere veroordelingen. Wel is het OM van mening dat het dossier van destijds een „te dunne basis” is geweest, aldus Korver. Korver benadrukte dat het Haagse hof de zaak in zijn geheel opnieuw moet onderzoeken - het proces is wat het OM betreft bepaald geen gelopen race, de uitkomst staat niet bij voorbaat vast.

De veroordeelde vrouwen hebben na hun arrestatie bekentenissen afgelegd. Die verklaringen waren de kurk waar het bewijs op dreef. Tijdens het hernieuwde onderzoek is gebleken dat verklaringen van twee getuigen de bekentenissen tegenspreken en ondergraven. Die verklaringen zijn in het onderzoek in de jaren ’90 niet in het dossier terechtgekomen. Advocaat-generaal Korver wil dat het hof beide getuigen opnieuw hoort.

Korver wil ook nog een reeks andere getuigen laten horen.

De zitting van dinsdag is een regiezitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak is pas later. Vier van de zes veroordeelden zijn voor het hof verschenen.