Uiteindelijk besloot de synode het thema in een van de volgende vergaderweken te laten terugkomen.

Afgevaardigden zoals ds. J. W. Schoonderwoerd (Sliedrecht) en ds. J. M. J. Kieviet (Dordrecht) hebben bezwaren bij het voorstel van het deputaatschap kerk en Israël om artikel 21a van de kerkorde te wijzigen, zo bleek. In de oorspronkelijke versie hiervan staat ”Evangelieverkondiging” onder Israël en de volken die het Evangelie nog niet kennen centraal. In het voorstel is dat veranderd in ”ontmoeting met Israël”.

Ds. Schoonderwoerd: „Ik kan begrijpen dat je rekening moet houden met je gehoor. Maar moet je in onze kerkorde de keuze maken: Israël ontmoeten wij en aan degenen die aan het Evangelie vreemd zijn, verkondigen wij? Ik denk niet dat dat juist is.”

Het spanningsveld tussen ontmoeting en verkondiging komt bijna elke synode aan de orde, merkte pre-adviseur prof. dr. H. G. L. Peels op. „Ik ben van mening dat het deputaatschap een evenwichtige koers vaart. Het is voor hem vermoeiend om dit elke keer de synode te moeten uitleggen.” Zijn advies om het kerkorde­artikel iets aan te passen wordt meegenomen in een voorstel van enkele afgevaardigden.

Als voorzitter van het deputaatschap verzekerde ds. J. Groenleer (Leiden) de synodeleden dat het deputaatschap de verkondiging van het Evangelie niet vergeet. De context van deze verkondiging is echter een andere dan bij volken die het Evangelie niet kennen. „We zijn voortdurend bezig te zoeken naar een weg waarin we in gesprek kunnen komen over de hoop die er is voor Israël in die ene Naam: Jezus Christus. Israël beziet westerse kerken echter vanuit de geschiedenis van eeuwen vervolging.”

Een aantal afgevaardigden ging in op het recente terugtreden van dr. M. van Campen uit het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Reden was een meningsverschil over de plaats van Israël in het heilshandelen van God. Ds. Kieviet: „Israël is een splijtzwam geworden in de gereformeerde gezindte. We moeten ons daarop bezinnen en ons er ook voor schamen.”

Weinig bezwaren rezen er tegen de voorgenomen opdracht om het deputaatschap studie te laten doen naar de vraag: „Wat betekent de term Israël in kerk en theologie?” Ds. A. Huijgen (Genemuiden) vindt de vraagstelling echter te breed. Hij stelde voor met de besproken punten van de synode de onderzoeksvraag aan te scherpen. Hij doelde op onderzoek naar de verhouding tussen verkondiging en ontmoeting en hoe het thema bij de plaatselijke gemeenten beter onder de aandacht kan worden gebracht.

Ds. Groenleer pleitte ervoor om geen onderzoek te gelasten naar de instelling van een Israëlzondag, maar deze themazondag gewoon in te voeren op de eerste zondag van oktober. „In die periode worden er in Israël grote feesten gehouden, zoals de Grote Verzoendag. Juist dan is het goed om de relatie met Israël te onderstrepen. Ook in oecumenisch perspectief valt er voor deze maand wat te zeggen.” Volgens enkele afgevaardigden is dat echter niet handig, omdat de collecte voor het deputaatschap gewoonlijk tijdens Pasen wordt gehouden. Sommigen zien liever dat de verbondenheid met Israël tijdens Pasen wordt benadrukt.