Cultuur & boeken

Prentenboeken van Loes Riphagen zijn mal, maar o zo knap

Kinderboekenillustrator Loes Riphagen tekent niet zomaar een paar prenten bij een verhaal. Nee, in haar boeken bouwt ze een complete wereld. Haar werk is uniek en herkenbaar. Die man met snor? „O, dat is m’n vader.”

Mariëlle Oussoren-Buys
1 October 2013 16:30Gewijzigd op 15 November 2020 06:09
Loes Riphagen aan het werk. Foto JetProductions
Loes Riphagen aan het werk. Foto JetProductions

Opvallende neuzen, venijnige tandjes, grote ogen met één stipje als pupil. Gele olifanten en konijnachtige creaties. Loes Riphagen is een meester in het scheppen van unieke wezens. Ze begon er al mee in haar eerste boek ”Slaapkamernachtdieren”, een uitvloeisel van haar afstudeeropdracht. Van Ammehoela tot Zwamneus, alle dieren die in de slaapkamer leven komen in het pseudo-encyclopedische werk aan bod.

Met elk boek dat ze tekent maakt de illustrator –die dit jaar het prentenboek voor de Kinderboekenweek tekende– haar wereld groter. Een wereld waarin kabouters met rode mutsjes zich verstoppen („Ik tekende ze voor het eerst in een sinterklaasboek en sindsdien duiken ze overal op”) en waarin de mensen in de fotolijstjes aan de muur zomaar bekenden van de tekenaar kunnen zijn („Daarmee geef je een extra laagje aan een boek.”). Veel elementen komen in meerdere van haar boeken terug. „Dat is zo gegroeid”, zegt Riphagen in haar atelier in Amsterdam. „Nu doe ik het bewust. Ik zou graag een heel dik boek maken waarin al mijn figuren een rol spelen. Maar ja, dat boek moet dan wel compleet zijn. Dus misschien kan het pas als ik tachtig ben.”

De 30-jarige Riphagen, nog amper zes jaar afgestudeerd, mag zich tot de top van de Nederlandse prentenboekmakers rekenen. De Volkskrant noemde haar al de ongekroonde koningin van het genre („Superleuk”, aldus Riphagen). Nu wacht haar ook het grote publiek, want haar tekstloze boek ”Zzz” ligt vanaf 2 oktober –de start van de Kinderboekenweek– voor slechts 5 euro in de boekwinkels. „Heel eervol”, vindt Riphagen. „Er is zo veel talent op de markt. Ik had het niet verwacht. Nog niet.”

Het is een uitspraak die de illustrator typeert. Ze is nuchter en heel gewoon. Vrolijk en toegankelijk. Maar tegelijk weet ze wat ze wil, is zich ervan bewust dat ze kwaliteit levert en poetst dat niet weg. Hoe zij werkt is in de kinderboekenwereld zeker geen standaardkunstje.

Bij Riphagen doet alles mee. Tot aan het Melkmeisje op het schilderij van Johannes Vermeer toe – dat in ”Vlieg op, dikke bromvlieg” bezoek krijgt van de irritant zoemende hoofdpersoon. En het wandbordje ”Home sweet home” in ”Zzz” heeft net zo goed een functie. De knusse, huiselijke tekst maakt de massa’s griezelige monsters die in de deuropening klaarstaan om de slaapwandelende hoofdpersoon te bespringen extra onaangenaam.

De wereld die de fantasievolle dertiger creëert houdt ook niet op binnen de omslag van het boek. Verhaallijntjes uit het ene kunnen zomaar verdergaan in de marge van een ander boek. De beer die in ”Huisbeestenboel” in de televisie klimt en op het scherm wegvaart (in een bootje dat Botje heet!) duikt in ”De gele olifant” zo maar weer op in een van de platen. Zo is de cirkel rond: hier is hij dus naartoe gegaan.

Voor al die, soms ingewikkelde, grapjes gaat Riphagen gerust een paar dagen zitten. „Bij ”De gele olifant”, waarin de hoofdpersoon allemaal gele spulletjes verzamelt, ben ik gewoon gaan googelen. Wat is er allemaal geel, vraag ik me dan af. Zo kom ik bijvoorbeeld op de zonnebloemen van Van Gogh.”

School met de Bijbel

In vergelijking met de tot in details aangeklede kamers in haar boeken, zijn de muren van Riphagens atelier –dat ze met een paar andere creatievelingen deelt– opvallend wit en leeg. Met reden. Ze nam haar nieuwe werkplek nog niet zo lang geleden in gebruik.

Ze verhuisde deze zomer vanuit Rotterdam, waar ze aan de Willem de Kooningacademie studeerde, naar Amsterdam. Om in te trekken bij haar vriend, die ze kent uit de tijd toen ze nog bij haar ouders in Oene woonde. Daar bezocht ze de School met de Bijbel. Inmiddels is ze niet meer actief bezig met het christelijke geloof, zegt ze. Meer wil ze er niet over kwijt, dat vindt ze „te persoonlijk.”

Riphagen kijkt naar buiten. Haar nieuwe werktafel staat tegen een raam met uitzicht op een fontein in het Westerpark – heel iets anders dan het weiland en de wetering van haar Gelderse geboortedorp. „Op dat bankje liggen vaak zwervers”, wijst Riphagen. Ze heeft het getroffen met deze plek, vindt ze. Maar als ze soms voor een familiebezoekje in Oene is voelt het toch als thuis. Ruikt het naar thuis. Zelfs de lucht van de „vieze varkens”, want haar vader is varkenshouder.

Nachtmerrie

Uit een van de stellingkasten vist ze het boek ”Superheldjes”. Ze wijst op een groen wezentje met vleugels, slurfje én snor dat een wit T-shirt draagt met een opdruk van de letter ”I”, een rood hartje en een roze biggetje. „Dat is ’m. En zie je die trouwfoto van die twee superheldjes? Dat zijn mijn ouders. Ik vind het gewoon leuk om te doen en om erover na te denken. Mijn vader tekende ik voor het eerst in ”Huisbeestenboel” (2009) en sindsdien is hij gebleven. Hij was voor ”Zzz” wel zenuwachtig, omdat hij het belangrijkste personage zou zijn. „Mag ik al iets zien”, vroeg hij dan. „Ik moet het toch wel goedkeuren?”” Riphagen lacht. „Nee hoor, dat hoeft helemaal niet.”

De naamloze hoofdpersoon van ”Zzz” heeft een nachtmerrie, die overgaat in een tamelijk bizarre droom. Daarin ziet hij veel van wat de wereld –en de menselijke fantasie– te bieden heeft. Zo danst hij met een zeemeermin, scoort hij in een voetbalwedstrijd en zingt hij voor een dolenthousiast publiek.

Geen onlogisch thema voor de auteur, want nachtmerries zijn haar niet vreemd. „Misschien is dat de boze kant van mijn fantasievolle geest. Ik heb ook vrolijke dromen, hoor. Pas nog, toen droomde ik dat mijn vriend me een grote roze vogel met groen haar gaf. Roland, heette die.” Ze heeft de rare vogel genoteerd in een bestand op haar iPad dat vol staat met „heel veel ideeën, grappen en dromen.”

”Zzz” is een typische Riphagen. Met veel kleur, veel details om te zoeken, scheve muren („Ik ga er echt niet met de liniaal langs om te kijken of het wel klopt”), overvolle kamers. En met meerdere verhalen ineen, al is de plot minder complex dan in bijvoorbeeld haar vorige boek ”Vlieg op, dikke bromvlieg”. Bescheiden: „Dit is zelfs vrij eenvoudig. Je moet het verzinnen en dan gewoon doen. Het was wel veel werk, omdat mijn hoofdpersoon op zo veel verschillende plaatsen komt.”

Potloodslijpsel

De paar vierkante meters waarop Riphagen werkt zijn –hoewel nog niet helemaal aangekleed– onmiskenbaar het domein van een kinderboekenmaker. In de vensterbank zit een geel pluchen dier: een olifant, bekend uit haar werk. De lage metalen stellingkasten zijn deels gevuld met kinderboeken. Eigen werk: zes prentenboeken van haar hand en tal van boeken van andere auteurs, die zij illustreerde. Maar ook werk van anderen, ter inspiratie.

Op de bovenste plank staan weckpotten met potloodslijpsel, in alle kleuren van de regenboog. Keurig gemerkt met een etiket, waarop de naam en het jaartal van een van haar boeken is geschreven. ”Huisbeestenboel – 2009” bijvoorbeeld. Of ”Ik wil een walvis – 2012”. Erachter staat een potje met potloodstompjes, te klein om nog te kunnen gebruiken. „Dit is nog lang niet alles”, zegt Riphagen. „Ik leegde mijn puntenslijper altijd in een potje en toen dacht ik: Hé, dat ziet er wel leuk uit. Toen ben ik gaan verzamelen. Ik heb ook een pot met afgebroken potloodpuntjes.”

Riphagen is verknocht aan haar potloden. In vroeger werk deed ze veel met aquarelverf. „Nu gebruik ik meer potlood. Je ziet dan veel beter diepte. Ik bedenk eerst wat ik wil bereiken en kies dan mijn materiaal. Soms ook dekkende verf of ecoline.”

Ze zou graag verder experimenteren. Haar vertrouwde techniek combineren met wat anders. „Fotografie, of zoiets, ik zeg maar wat. Dat doe ik dan vooral voor mezelf, dat ik eens iets anders probeer. Want mijn stijl met de steeds terugkerende figuren ga ik sowieso niet loslaten. Die herhaling is juist mijn kracht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer