Coert Munk, voormalig directeur van luchthaven Teuge, overhandigde er een nota aan de staatssecretaris. Hij noemde de general aviation, of: algemene luchtvaart –zoals het vliegen met lichtere vliegtuigen heet– „de kraamkamer van de grote luchtvaart.” Hij doelde op de diverse vliegeropleidingen in Nederland, waarvan veel afgestudeerden doorstromen naar de lijndienst- en chartermaatschappijen, oftewel de grote luchtvaart.

Centraal thema tijdens het symposium, dat georganiseerd werd door de Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL), was de vraag: „Is er nog plaats voor general aviation in Nederland?”

In de nota wordt van de overheid gevraagd „een veilige en duurzame luchthavenruimte tot 2025 te ontwikkelen.” De sector heeft naar eigen zeggen de laatste twintig jaar substantieel minder ruimte gekregen. Ter voorbeeld: „De beschikbare geluidsruimte is meer dan gehalveerd, terwijl 20 procent van de beschikbare capaciteit aan start- en landingsbanen is verdwenen.”

Uitbreiding van lijndiensten en charters zorgt ervoor dat op verschillende luchthavens in Nederland de kleine luchtvaart moet uitwijken. Maar waar die dan naartoe moet, is steeds de vraag.

Volgens Philippe Bodson van vliegbedrijf ASL op Eindhoven Airport leven er veel vooroordelen over de general aviation. „Deze categorie omvat niet alleen privévluchten, zweefvluchten en ballonvaarten. Zo valt ook de kustwacht en de zakenluchtvaart er onder, evenals les- en ambulancevluchten en diplomatiek luchtverkeer.”

Ook alle civiele helikopteroperaties behoren tot de algemene luchtvaart. Daarbij gaat het om uiteenlopende zaken zoals de controle van gasleidingen en politiediensten tot het vervoer naar boorplatforms en de inzet van traumahelikopters.

Volgens de opstellers van de nota is de kleine luchtvaart van belang voor regionale economische ontwikkelingen.

De totale Nederlandse luchtvloot omvat zo’n 2700 vliegtuigen, waarvan circa 90 procent tot 
de general aviation wordt gerekend.

De staatssecretaris Mansveld gaf gisteren aan blij te zijn dat de sector zelf met voorstellen komt. „De overheid moet keuzes maken. Daarbij staan een efficiënt en veilig gebruik van het 
drukke Nederlandse luchtruim voorop, waarbij de grote, commerciële luchtvaart de prioriteit heeft.”

Mansveld onderschreef de kraamkamerfunctie van de general aviation en het belang ervan. Tegelijk gaf ze aan dat bepaalde activiteiten van de bedrijfstak niet meer overal in Nederland plaats kunnen hebben. „De general aviation zal selectiever moeten worden in het gebruik van de ruimte. Sla de handen ineen en doe het samen, dan heb ik het er het volste vertrouwen in.”

In het kader van de general aviation verklapte de staatssecretaris dat ze zelf ook een kleine droom heeft: „Dat ik zelf nog eens een helikopter kan vliegen.”