Politievrijwilligers controleren wapenbezitters
GOES. Tientallen vrijwillige agenten controleerden zaterdag in Zeeland de wapenopslag bij mensen met een wapenvergunning. Een dag mee op inspectie.
Zeeuwse bolussen gaan deze morgen rond op het politiebureau aan de Valckeslotlaan in Goes. Tientallen medewerkers van de vrijwillige politie krijgen instructies over de controle van de Wapenwet. Ze zullen in koppels onaangekondigd adressen van mensen met wapens langsgaan. Gecontroleerd wordt bijvoorbeeld of de wapens in een kluis liggen en of wapens en munitie –volgens de voorschriften– zijn gescheiden. „Meld het als je op een adres kriebels in je buik krijgt”, instrueert politiechef Hans Vissers de vrijwilligers, daarbij doelend op het doorgeven van verdachte situaties. „Niemand wil een herhaling van het schietincident in Alphen aan den Rijn. Die man had nooit een wapen mogen hebben.”
Landelijk zijn er zo’n 60.000 mensen met een wapenvergunning. Te denken valt aan sportschutters en jagers. De regio Zeeland-West-Brabant telt zo’n 7500 vergunninghouders.
Vrijwilligers Frank Op de Beek –in het dagelijks leven basisschooldirecteur– en Peter Jacobs –voorheen werkzaam in het leger– stappen rond kwart over tien in een politiewagen. „Ga je gang”, zegt een bewoner op het eerste adres. Hij is de trap opgegaan naar de zolder.
In de hoek van het vertrek, waar tal van jassen hangen, bevindt zich de kluis. De man haalt diverse wapens te voorschijn. Op de Beek en Jacobs controleren de registratienummers. „U hebt de zaak keurig op orde.” „Je hebt aan de voorwaarden te voldoen”, zegt de wapenbezitter. Er is wel een aandachtspunt. De man heeft kruit in een kluis opgeborgen. In die kluis zitten gaten. Navraag wijst uit dat de kruitopslag op die manier is toegestaan.
Kruit opslaan in een volledig dichte kluis heeft risico’s in zich, legt Jacobs uit. „Als kruit in zo’n kluis explodeert, kan een stuk staal door de druk door de muur vliegen.”
Bij een ander adres staat een jager aan de achterkant van zijn woning. Er wordt een biertje gedronken. De man blijkt net te hebben gejaagd. Op straat liggen twee afgeschoten eenden. Een wapen van de Zeeuw blijkt nog in een voertuig te liggen. Dat is niet de bedoeling. Boven, bij de kluis, blijkt dat er nog iets niet in de haak is. De munitie ligt niet apart van de wapens.
Dat mensen verzot kunnen zijn op wapens, blijkt bij een ander bezoek in het Zeeuwse land. De bewoner, gestoken in een Lonsdaleshirt, heeft niet alleen een kluis met schietwapens. Er hangen ook sabels en er ligt een verzameling messen. Naast het bed staat een antiek zwartkruitwapen. De man voldoet aan de wettelijke eisen. „Het ziet er netjes uit.” „Dank u.”
Terug in de auto laat Op de Beek weten bij dit adres alerter te zijn geweest. „De man droeg een Lonsdaleshirt.” Lonsdale wordt in verband gebracht met rechts-extremisme. „Dat maakt je toch wat scherper.” Jacobs: „En waarom moet je een wapen naast je bed hebben staan?”
Een jachtliefhebber pur sang woont op een volgend adres. „Het veld is mijn lust en mijn leven”, zegt de zeventiger. In de woonkamer staat een geweer tegen de muur. Het wapen mag buiten de kluis niet onbeheerd zijn. Een gaspistooltje, dat de man in de woonkamer tevoorschijn haalt, ligt niet op de juiste plaats. Het hoort in de kluis.
Even later parkeren Op de Beek en Jacobs de politieauto op het erf van een boerderij. De boer komt van zijn tractor af en loopt naar de schuur. Hij schuift een doos met jonge katjes aan de kant en opent zijn kluis. De vrijwilligers controleren de serienummers. „Alles is keurig op orde.” De ruim vijftig politievrijwilligers bezochten zaterdag in totaal 208 verlofhouders; op 71 adressen was niemand thuis. Op 24 adressen waren onregelmatigheden.
„Politievrijwilliger ontlast reguliere politie”
GOES. De ruim vijftig agenten die zaterdag in Zeeland wapenbezitters controleerden, behoren tot de vrijwillige politie. De vrijwillige politiemensen krijgen een opleiding in politiewerk. Ze leren bijvoorbeeld aanhoudingstechnieken. Vrijwilligers zijn verplicht jaarlijks zo’n 200 uur politiewerk te doen. Ze kunnen een wapen dragen. De vrijwilligers krijgen zo’n 7 euro bruto per uur, plus een bedrag van 120 euro per jaar. De politie-eenheid Zeeland-West-Brabant telt zo’n 90 vrijwilligers, het korps wil in 2015 ten minste 120 politievrijwilligers hebben.
Politiechef Hans Vissers is in zijn sas met de vrijwilligers. „Ze ontlasten de reguliere politie, zodat die extra ruimte krijgt voor bijvoorbeeld toezicht in wijken en verkeerscontroles. Ook zijn politievrijwilligers ambassadeurs van ons in de samenleving.” Behalve vrijwilligers kent de politie ook zogeheten volontairs. Zij volgen geen politieopleiding en doen voor de politie bijvoorbeeld koeriersdiensten.