Het gaat om de Doggersbank, de Klaverbank, de Centrale Oestergronden, het Friese Front en de Kustzone.

In juni hebben vijftien landen en de Europese Commissie op een conferentie in Bremen over het zeemilieu afgesproken dat er in 2010 een netwerk van beschermde zeegebieden moet zijn. Die moeten over drie jaar internationaal worden aangemeld.

De vijf gebieden zijn al eerder genoemd door bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). Dit riep nogal wat bezwaren op bij bijvoorbeeld het ministerie van Economische Zaken en bij visserijorganisaties, omdat zij ervan uitgingen dat er dan niet meer gevist kon worden in die gebieden.

De brochure van Stichting De Noordzee legt echter uit dat dat niet altijd het geval is. „Een zeereservaat betekent niet dat er een denkbeeldig hek om de zee wordt gezet. Op de Klaverbank mag volgens ons bijvoorbeeld wel gevaren en op haring gevist worden. Alleen bodemvisserij en zandwinning moet daar verboden worden”, aldus projectleider H. Offringa.

De zeereservaten zijn vooral van belang voor de bescherming van de dodemansduim (koudwater koraal), witflankdolfijn, stekelrog en de hondshaai. De gebieden zijn ook belangrijk voor de visstand en de voedselvoorziening van zeedieren en zeevogels zoals de jan van gent en de zeekoet.

Het pleidooi van de stichting heeft de steun van andere milieuorganisaties (WWF, Natuurmonumenten, Greenpeace, Waddenvereniging) en het ministerie van LNV.