„Het is appels met peren vergelijken als je het cijfer dat het CBS vrijdag bekend heeft gemaakt zou doortrekken naar toekomstige perioden”, zegt Eijffinger. Hij wijst erop dat het overheidstekort altijd berekend wordt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Dat betekent dat het overheidstekort sterk wordt beïnvloed door de mate waarin de economie krimpt of groeit.

„De berekening van het tekort op 2,5 procent is deels gebaseerd op het jaar 2012, toen de Nederlandse economie er nog iets beter voorstond”, benadrukt de econoom. „Voor het vaststellen van het overheidstekort over heel 2013 moet je rekening houden met zeker een half jaar extra crisis. De economische krimp van de laatste maanden zorgt daarbij voor minder belastinginkomsten in de tweede helft van dit jaar.”

Wat volgens Eijffinger de vergelijking ook iets vertekent is de meevaller die de overheid afgelopen periode boekte door de veiling van frequenties voor mobiel internet. „Die leverde bijna 4 miljard euro op. Dat is dus ruim 0,6 procent van het bbp. Als je de berekening corrigeert op dit tijdelijke effect, wat je eigenlijk zou moeten doen, dan bedroeg het begrotingstekort afgelopen periode eigenlijk niet 2,5 procent, maar ruim boven de 3 procent”, aldus de hoogleraar.