Volgens een seismoloog van het KNMI in De Bilt had ook deze beving met gasboringen te maken.

Het is de derde beving in een maand tijd in de provincie. Het epicentrum lag 1 kilometer noordelijker dan de vorige, die op 10 november plaatsvond. Vijf mensen meldden bij het KNMI dat ze de aardbeving hadden gevoeld.

De twee eerdere bevingen hadden een kracht van 3,0 op de schaal van Richter. Seismologen spraken toen over een voor Nederlandse begrippen vrij krachtige aardbeving.

Tot nu toe telde de provincie Groningen bijna vijftig aardbevingen met magnitudes tussen de 1,5 en 3,0. Ze worden veroorzaakt door aardgaswinning. De schokken vinden volgens het KNMI plaats op een diepte van ongeveer 3 kilometer, waar het gas wordt gewonnen.

De zwaarste beving in een gasveld in Nederland dateert van 2001, toen in Alkmaar 3,5 op de schaal van Richter werd geregistreerd. Op 23 juni 2001 is de zwaarste Nederlandse aardbeving geregistreerd. Deze had een kracht van 3,9.

Sinds 20 december 2000 hebben er in de omgeving van Voerendaal en Kunrade in Limburg diverse grote en kleine aardbevingen plaatsgevonden. Van deze bevingen hadden 22 een kracht groter dan 1,5 op de schaal van Richter. Verder zijn nog 130 kleinere bevingen gemeten.

Omdat bij de kleinere schokken geen duidelijke structuur van voorschokken en naschokken aanwezig is, noemt het KNMI dit complex van aardbevingsactiviteit een zwerm van aardbevingen.

In de historische seismiciteit zijn geen aanwijzingen te vinden dat voor het gebied bij Voerendaal en Kunrade de schokken veel groter zullen worden. De meeste bevingen hadden een diepte van ongeveer 5 km en vonden plaats langs de Kunrade-breuk. Daarmee liggen de schokken dus veel dieper dan de lagen waar vroeger in dit gebied steenkool is gewonnen. Een relatie met de vroegere mijnbouwactiviteit lijkt dan ook erg onwaarschijnlijk.