Er Dabi over de kerk op Papoea
De zorgen over de kerk op Papoea zijn groot, de verleidingen voor kerkgangers veel. Toch is districtshoofd Er Dabi niet pessimistisch. „God Zélf houdt Zijn kerk in stand.” Deze week bezochten zestien Papoea’s uit Indonesië, onder leiding van Dabi, Nederland. „De kerk op Papoea heeft blijvend gebed en steun uit Holland nodig.”
toen
Mensen in ons dorp waren erg bang toen ds. Kuijt in de jaren zestig in Pass Valley, een dal in het centrale bergland van Papoea, kwam. Zo’n witte man, met lichte haren en met kleren aan, dat was vreemd. Uit een ander dorp kwamen mensen speciaal kijken naar die witte man.
Veel mensen zijn uit angst het dorp uit gevlucht. Een grote groep was bezig plannen te beramen om ds. Kuijt te vermoorden. Het was de macht van God die hem heeft beschermd. Deze mensen hebben later als eersten het Evangelie aangenomen.
Door het werk van ds. Kuijt en ds. Vreugdenhil is het Evangelie Pass Valley binnengekomen. Heel bijzonder. Wij waren heidenen. In 1971 heeft daar de eerste doop plaatsgevonden. Daarna ook in Landikma, in Langda en in Bommela.
Toen wij klein waren, gingen wij uit nieuwsgierigheid kijken bij ds. Kuijt. Als we die witte man zagen, renden we hard weg. Ik was nog maar een klein jongetje toen ds. Kuijt mij doopte. Hij sprenkelde water op mijn hoofd. Ik was toen vijf, zes jaar. Misschien nog iets jonger. Hoe oud ik ben, weet ik niet precies. Ik vond het best eng, zo’n witte man die mij op de arm droeg. Op dezelfde dag kwam de helikopter. Ik wilde wegrennen omdat ik bang was, maar dat mocht niet.
Later ben ik bij dominee en mevrouw Vreugdenhil in Landikma gaan werken. Een mooie tijd. Borden schoonmaken, kleren wassen. Ik bewaar veel goede herinneringen aan die tijd.
Op een dag had ik geld gekregen om eten te kopen en klaar te maken. Het sap van een grote rode vrucht gebruiken we als saus voor de zoete aardappels. Opeens pikte Geerten, een zoon van ds. Vreugdenhil, een zoete aardappel. Dat mocht natuurlijk niet. Ik was heel boos. Toen heb ik de hele schaal met saus in z’n gezicht gegooid. Hij zat er helemaal onder.
Toen ik voor het examen van de lagere school was gezakt, ben ik naar mijn eigen dorp teruggegaan. Ik was helemaal klaar met school. Mevrouw Vreugdenhil heeft mij teruggehaald naar school. Daarom kan ik nu actief zijn bij de overheid.
nu
Op dit moment zijn de zorgen over de kerk op Papoea groot. Vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw hebben veel mensen het Evangelie aangenomen. Het was een goede tijd. Mensen wisten niets van de wereld om hen heen. Ze kenden alleen hun eigen dorp. Er was geen overheid, er waren geen overheidsorganen, er waren geen verleidingen. Mensen wisten alleen van God. Alleen het Woord van God was in die periode belangrijk.
Daarna heeft de Indonesische overheid ons gebied ontdekt. Er is een weg aangelegd van Wamena naar Pass Valley. De overheid heeft bestuurlijke organen ingesteld in onze regio. Daardoor zijn veel invloeden van buitenaf de regio binnengedrongen.
Het verschil met de begintijd is groot. In de beginjaren ging de ontwikkeling veel voorspoediger dan op dit moment. Nu zijn er veel overheidsorganen en willen veel mensen daar een baantje bemachtigen. Ze denken alleen aan hun eigen portemonnee. Daardoor zijn ze de Heere vergeten. Ook de invloed van de media is groot.
Omdat veel mensen de kerk zijn vergeten, willen ze niet meer naar de Bijbelschool en willen ze ook geen evangelist meer worden.
Ik probeer me als districtschef in te zetten voor de tijdelijke belangen, maar ook voor het geestelijk welzijn van de bewoners. Via bijvoorbeeld de gezondheidszorg en het onderwijs. Welvaart en welzijn moeten samen opgaan. Wij steunen daarom ook de vijf verschillende kerken in onze regio. Bijvoorbeeld door de subsidiëring van de bouw van kerkgebouwen.
straks
Ondanks alle zorgen over de kerk op Papoea zien we ook dat mensen trouw blijven. De Heere werkt nog.
Ik ben de Heere dankbaar dat Hij ons zendelingen heeft gestuurd. Uit het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten is de GJRP, de Gereja Jemaat Reformasi di Papua, geboren.
In oktober hopen wij te vieren dat het vijftig jaar geleden is dat het Evangelie in Papoea is gekomen. Ook al zijn er veel zorgen, God zal wegen openen, zodat de kerk zal blijven bestaan en sterk zal blijven. God Zelf houdt Zijn kerk in stand.
Normaal gesproken gaan er alleen predikanten naar de synode van de Gereformeerde Gemeenten, maar we zijn blij dat we hier nu met een bredere delegatie kunnen zijn. Wij hopen dat de Gereformeerde Gemeenten, de kerk waar wij uit voortgekomen zijn, ons willen blijven steunen. Financieel, maar ook met gebed. De Zending Gereformeerde Gemeenten moet niet te snel denken: Alles loopt op rolletjes, de kerk op Papoea is zelfstandig. We hebben blijvende aandacht vanuit Nederland nodig. Daarom vraag ik ook om voorbede voor onze kerk.
De vraag hoe de toekomst van de kerk op Papoea eruitziet, kan ik moeilijk beantwoorden. De invloeden van buitenaf zijn zo sterk. Maar er is hoop voor de kerk. Omdat de kerk van God is. Het is niet onze kerk, maar Zijn kerk. Als het ons werk was, zou ik eraan twijfelen. Maar de Heere zal Zijn kerk rechtovereind houden. Dat vertrouwen mogen we op Hem hebben.
De culturele verschillen tussen de kerk in Nederland en op Papoea zijn groot. Wij bestaan nog maar vijftig jaar. De kerk in Nederland al honderden jaren. Wij kunnen leren van de discipline in het kerkelijk en geestelijk leven in Nederland. Ook van het onderhoud van de gemeenten door collectes.
Maar ondanks de grote culturele verschillen dienen we toch dezelfde God. We mogen Hem vragen of Hij de kerk wil bewaren. Maar we mogen er ook op vertrouwen dat Hij de kerk sterk zal maken. De kerk is Zijn zaak.