De inspecteurs deden onlangs al onderzoek naar de inzet in augustus van chemische wapens bij de Syrische hoofdstad Damascus. Ze stelden vast dat inderdaad gifgas is ingezet, maar wie daarvoor verantwoordelijk was, bleef in het midden.

De inspecteurs lieten vorige week al weten dat ze van plan zijn verder onderzoek te doen in Syrië. Ze zouden ditmaal drie eerdere aanvallen gaan onderzoeken.

Rusland, de belangrijkste bondgenoot van Syrië, uitte eerder felle kritiek op het VN-rapport op basis van het eerste onderzoek door de inspecteurs. Daarin wordt geconcludeerd dat bij een aanval op 21 augustus in Damascus het zenuwgas sarin is gebruikt. De Russische onderminister van Buitenlandse Zaken, Sergej Ryabkov, noemde het rapport „gepolitiseerd, vooringenomen en eenzijdig”.