Eis: voorwaardelijke cel voor hulp bij zelfdoding
ZUTPHEN. Tegen de 71-jarige Albert Heringa is vanmorgen een voorwaardelijke celstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar geëist voor hulp bij zelfdoding.
Het openbaar ministerie acht bewezen dat Heringa zijn 99-jarige moeder Moek heeft geholpen bij zelfdoding. Hij leverde tientallen pillen. Heringa maakte video-opnames van het innemen van de pillen. Er werd een documentaire over de zaak gemaakt. De vrouw wilde uit het leven stappen.
De aanklaagster wees erop dat Heringa een of meer artsen had moeten raadplegen en niet had moeten berusten in de kennelijke afwijzing van een huisarts. Een euthanasieverzoek zou volgens haar kans van slagen hebben gehad. „Heringa heeft het recht in eigen handen genomen. Alleen een arts kan iemand straffeloos helpen bij zelfdoding. En Heringa is geen arts.” Het optreden van Heringa kwam wel voort uit „naastenliefde.”
Over zijn hulp bij zelfdoding zei Heringa: „Ik had geen optie. Ik kon niet anders. Ik heb gehandeld. Als ik niets gedaan had, had ik pijn gevoeld.”
Toen Moek zelf pillen begon te verzamelen om er een eind aan te maken, voelde Heringa dat het zijn moeder menens was. Hij was bang dat haar poging zou mislukken en dat ze daarna ernstig ziek zou worden. Hij kwam zelf met pillen op de proppen. Heringa meldde vanmorgen dat de huisarts van Moek onwelwillend stond tegen euthanasie. Het inschakelen van een andere arts noemde hij „geen echt reële optie.” Heringa zei dat zijn moeder niet dementerend was.