Barbecue en biertje na bloedheet Irak
De eerste Nederlandse mariniers die de afgelopen maanden in Irak zaten, zijn terug in Nederland. „Het geweld is altijd dichtbij.”
De leiding van de Koninklijke Marine had het zo mooi bedacht. Defensieminister Kamp in eigen persoon moest de mariniers uit de hete zandbak welkom heten. Niet op een winderig vliegveld maar natuurlijk op de thuisbasis van de bikkels, de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Voor het oog van de nationale camera’s zal dat aanstaande dinsdagmiddag gebeuren.
Maar de eerste mariniers die in Irak dienden, keerden vrijdagmiddag al terug in het vaderland. De marine had het graag ’onder de pet’ willen houden, maar de media kregen er lucht van en rukte massaal uit naar vliegveld Eindhoven.
De voorlichter van de basis, majoor Willem Bogaard, wist zich even geen raad. „Het is min of meer niet gecoördineerd.” Fotografen moesten voor het hek blijven, journalisten mochten ’in het wild’ soldaten aanschieten.
Even na twee uur vrijdagmiddag landde de Jan Scheffer, een van de twee KDC-10’s van de luchtmacht, op Eindhoven. Aan boord 156 mariniers. Niet uit Irak, maar direct van Cyprus. „Daar mogen de mannen twee dagen bijkomen”, aldus marinewoordvoerder Bart Visser. „Het lijkt ons niet goed om zo vanuit de woestijn na een vlucht van zes uur bij moeder thuis op de bank te zitten.”
Dus het eiland Cyprus. Ter plekke even ontspannen. „Daar kunnen ze ook hun eerste verhalen kwijt.” Een biertje en een barbecue na bloedheet Irak. Uitgerust en met bruinverbrande koppen stapten de mariniers op Eindhoven uit het vliegtuig.
Nog altijd heet het dat de missie naar vier maanden is verkort vanwege de (ondraaglijke) hitte. De extreem hoge temperaturen in het zuiden van Irak (tussen de 45 en 50 graden Celsius) maken het niet verantwoord de militairen de volle zes maanden te laten uitzitten.
„Absolute nonsens”, vindt majoor Kees Schellens, commandant van de eenheid die vrijdag terugkeerde. „Als we voor een halfjaar zouden gaan, hadden we recht op twee weken verlof. De leiding ter plekke vond dat niet handig. Er waren dan te weinig mensen in het veld. Nu zijn we vier maanden aan een stuk weggeweest.”
De spanning in het gebied, dat onder Brits commando staat, loopt op. Het geweld keert zich niet langer tegen Amerikanen en Britten. Ook andere troepenleveranciers zijn het doelwit. Afgelopen woensdag kwamen zeker negentien Italiaanse militairen en acht Irakezen om het leven door een zelfmoordaanslag in Nasiriya, op ongeveer 30 kilometer van een basis met Nederlandse helikopters en 80 kilometer van de grootste Nederlandse mariniersbasis.
De aanslag vond plaats toen majoor Schellens met zijn eenheid al uit Irak was vertrokken. Hij zat op Cyprus toen hij het hoorde. „Het was wel even stil. Er mag dan geen oorlog meer zijn, er is natuurlijk wel dreiging.”
Volgens marinier Ewout van Luit (23) uit Midden-Beemster had het de Nederlanders ook kunnen overkomen. „Wij hebben geluk gehad.” Angstig heeft hij zich de afgelopen maanden niet gevoeld. Wel zijn de mariniers steeds op hun hoede. „Het geweld is altijd dichtbij.”
De militairen die vrijdag en de komende week terugkeren, maakten deel uit van de Stabilisation Force Iraq. Het gaat om ruim 1000 militairen, onder wie 650 mariniers. De luchtmacht zal in zeven vluchten met de KDC-10 alle militairen op Eindhoven afleveren. Op de basis was vrijdag geen familielid te zien. „De hereniging is in Doorn”, aldus Visser.
Schellens (34) uit Hoevelaken vindt de missie van de mariniers absoluut de moeite waard. „We hebben een forse bijdrage kunnen leveren aan de opbouw van het land. Het is aanzienlijk rustiger op straat en de mensen zijn een stuk zekerder.”
Nu het geweld dichterbij komt, kan volgens premier Balkenende „Nederland niet zomaar weglopen. Dat zou een verkeerd signaal zijn.” De premier zei vrijdag de overtuiging te hebben dat het toenemend geweld niet zozeer gericht is tegen de Amerikanen als wel tegen de Iraakse bevolking zelf. „Het zijn aanvallen tegen het Iraakse volk”, om te voorkomen dat het land op een gezonde manier weer wordt opgebouwd, meent Balkenende.
Het kabinet beslist volgende week over een verlenging van de Nederlandse aanwezigheid met 1100 militairen in Irak met nog eens zes maanden. Wellicht dat na de mariniers de rode baretten van de Luchtmobiele Brigade richting Irak kunnen afreizen.