Sabbat
HC Zondag 38
De uitwendige dienst van God is tweeledig: in de eerste plaats die men persoonlijk aan God bewijst, door grootmaking van Zijn heilige Naam. Deze wordt voorgeschreven in het derde gebod, dat in de twee voorafgaande zondagen verklaard is. Vervolgens die men publiek aan God betonen moet, door zo’n openlijke beoefening der godsdienst, als God in Zijn Kerk verordend heeft, tot Zijn eer en onze zaligheid. Deze wordt voorgeschreven in het vierde gebod, zoals in deze zondag verklaard wordt.
Dit gebod is zeer nodig om goed en ijverig onderhouden te worden, aangezien het daartoe ingesteld is opdat de mensen, wanneer zij het onderhouden, door dat middel in de ware dienst van God, zowel inwendig als uitwendig, onderwezen en daartoe aangespoord worden. En opdat zij die God dienen door de onderhouding ervan, publiek van andere ongodzalige mensen onderkend en onderscheiden worden, daarom heeft God dit gebod niet maar eenvoudig voorgesteld, maar er ook een krachtige reden bijgevoegd, om daardoor de mensen tot een vlijtige naleving ervan op te wekken. Dus dient men bij de verklaring te letten op het gebod en op de reden waarmee het gebod bevestigd wordt.
Zacharias Ursinus, hoogleraar in Heidelberg (”Schatboek Heidelbergse Catechismus”, 1657)
De Heidelbergse Catechismus bestaat 450 jaar. De meditatie komt iedere zaterdag uit het ”Schatboek”, een verklaring van de catechismus.