Christelijke kunst kent pijn én belofte
Steeds meer protestantse kerken gebruiken beeldende kunst om de verkondiging van het Evangelie kracht bij te zetten. Cultuurhistoricus Anikó Ouweneel-Tóth uit Soest spreekt van „een golf van belangstelling” voor kunst in de kerk.
Met een groep theologen, kunstenaars en docenten richtte Anikó Ouweneel het Platform Kerk en Kunst op, een digitale ontmoetingsplaats waar kerken en kunstenaars elkaar kunnen vinden. „Wij willen van elkaar leren, met elkaar delen, elkaar versterken om kruisbestuiving te bevorderen”, zo staat op de website te lezen.
Hoe is het idee voor dit platform ontstaan?
„We merkten dat er met name in de kringen van de Protestantse Kerk in Nederland veel behoefte is aan het gebruik van kunst in de kerk. Al decennialang zijn mensen op allerlei plaatsen met dit onderwerp bezig, maar de laatste jaren is er sprake van een sterke toename. Voor de reizende tentoonstelling ”Jezus verbeeld”, waarin 22 kunstenaars tot uitdrukking brachten wie Jezus voor hen was, bestond een paar jaar geleden veel belangstelling. En overal in het land zijn kerkelijke commissies bezig met beeldende kunst. Wij willen graag een overkoepelend, onafhankelijk en oecumenisch platform bieden voor al die verschillende initiatieven.”
Vanouds is er in protestantse kring weerstand geweest tegen het gebruik van beelden in de kerk. De Beeldenstorm van 1566 onderstreept de kloof met de Rooms-Katholieke Kerk op dit punt. Is er sprake van een kentering?
„God communiceert niet alleen door de Bijbel. Hij spreekt op allerlei manieren tot de mens: door gebeurtenissen in het dagelijkse leven, maar ook door de kunst. Ik denk dat dat besef ook bij protestanten steeds verder door dringt. Kunst is immers een gave van de Schepper die mensen mogen gebruiken. De tempel in Jeruzalem was een kunstwerk op zich; voor de bouw werden bekwame kunstenaars aangetrokken. En Jezus sprak altijd in beelden en gelijkenissen als Hij het Evangelie verkondigde. Het oprichtingscongres dat we zaterdag houden heeft daarom een uitspraak van Mattheüs over Jezus als thema: ”Zonder beelden sprak Hij niet”.”
We kunnen niet meer volstaan met alleen het Woord?
„We leven in een beeldcultuur. Als we ons daaraan willen onttrekken, moeten we amish worden. Maar dan leven we ver weg van de maatschappij en van de roeping die we als christenen hebben. Een christen staat midden in de cultuur; hij is mens onder de mensen. Bovendien kunnen beelden mensen krachtig raken; ze zeggen vaak meer dan duizend woorden. En ze kunnen mensen inspireren om dichter bij God te komen.”
Een kunstwerk als preek?
„Die functie kan kunst inderdaad soms hebben. Luister maar naar de Matthäus Passion van Bach. Beelden blijven vaak heel lang hangen. Als ze goed zijn en communiceren, kunnen ze het begin zijn van een zoektocht. Een kunstwerk is vaak het product van lang rijpen, zoeken en natuurlijk vakmanschap. Als kijker neem je een beeld in één keer waar, daarna begint het puzzelen om de diepere betekenis te ontdekken. Goede kunst is waarachtig en raakt mensen in het hart.”
Wat is goede christelijke kunst?
„Vakmanschap en talent zijn het kenmerk van alle goede kunst. Als een kunstenaar een levende relatie heeft met zijn Schepper, zal dat aan zijn kunst te zien zijn. Een boom herken je aan de vruchten, het werk van de Heilige Geest kun je als het goed is proeven. Een christen kan iets toevoegen met zijn talent én zijn vakmanschap. De ervaring van schoonheid en vergankelijkheid in de wereld brengt pijn en belofte met zich mee. De wereld zucht onder gebrokenheid en verlangt naar herstel. Christenen kennen een unieke hoop, het vertrouwen in Gods herstel. Kunst mag bijdragen aan hoop op herstel, tegenwicht bieden aan ellende. Dat ”en tóch” is wezenlijk voor christelijke kunst.”
Kunt u een voorbeeld geven?
„Ik kan dicht bij huis blijven. Hier heb ik een schilderij dat mijn grootvader maakte. Hij was protestants, maar schilderde dit beeld van de heilige Elisabeth van Thüringen, die aan het begin van de dertiende eeuw in Duitsland leefde. Met haar man woonde ze op de Wartburg bij Eisenach. Elisabeth was erg begaan met het lot van de armen. Ze leefde sober, deelde royaal voedsel en geld uit en verzorgde zieken in de wijde omgeving. Haar man echter verbood haar dit uitdrukkelijk. Volgens de legende ging Elisabeth op een dag de stad in om de armen brood te gaan brengen. Daar kwam ze haar man tegen, die haar vroeg wat ze bij zich had. Toen Elisabeth de mand opende, bleken de broden in rozen te zijn veranderd. Op dit schilderij is Elisabeth weergegeven op het moment dat ze haar man laat zien wat ze bij zich heeft. Ze kijkt hem tegelijkertijd geschrokken en onverschrokken in de ogen. Een moedige daad, want haar leven staat op het spel en ze weet zelf nog niet dat er met het brood een wonder is gebeurd. Ik vind het een inspirerend schilderij. Het is een krachtige compositie, vakkundig geschilderd, er zit schoonheid in, en vooral liefde. Elisabeth heeft haar Schepper en haar medemensen lief. Ze is bewogen met de armen. In het uur van de beproeving blijft ze voor hen in de bres staan. Een echte geloofsheldin.”
Kunst is de persoonlijke uitdrukking van het gevoel van de kunstenaar. Hoe past dat subjectieve bij de Bijbelse boodschap?
„Als het goed is wordt christelijke kunst geboren uit een persoonlijke relatie met God. Een christelijke kunstenaar zal, net als Christus tijdens Zijn omwandeling op aarde, dienend bezig zijn. Dat geeft de meeste voldoening. Vaak gaat het scheppingsproces gepaard met een worsteling die zijn werk inderdaad heel subjectief maakt. Daarom blijft het spannend. Kunst mag ook wel een element van verrassing in zich hebben. Een kunstenaar kan de kijker op een andere, originele manier iets laten beschouwen. Mensen in de kerk moeten daar misschien aan wennen. Kunst leren waarderen vraagt om oefening. Wil je een fijnproever worden, dan moet je blijven proeven. Kerkgemeenschappen mogen zich daarin ook oefenen. Dan kom je uit bij iets wat kan inspireren. Aan de andere kant kan kunst als illustratie van de preek fungeren, daar is ook niets mis mee. Denk maar aan prenten van Doré of Rembrandt – als kind kon ik daar uren naar kijken, ik vond ze prachtig. Zulke beelden voegen iets toe aan het verhaal. Maar we laten het aan de kerken over op welke manier ze kunst willen gebruiken. Wij zijn slechts dienstverlenend bezig door een platform te bieden waarop geïnteresseerde partijen elkaar kunnen vinden.”