Diakendag HHK: Het geloof hangt er niet maar een beetje bij
ELSPEET. „Het dagelijks bestaan hangt er in het geloof maar niet een beetje bij.” Dat zei de hersteld hervormde ds. J. Joppe zaterdagmorgen in zijn openingswoord op de toerustingsdag voor diakenen die in Elspeet werd gehouden.
”Dienen in crisistijd” was het thema van de dag, die werd georganiseerd door de generale diaconale commissie van de Hersteld Hervormde Kerk. Vanuit Lukas 11 sprak ds. Joppe, predikant te Woudenberg, over de bede ”Geef ons heden ons dagelijks brood”. Hij benadrukte voor de ongeveer negentig diakenen dat christenen „seculariserend” bezig zijn als ze de dingen van het dagelijks leven loskoppelen van het geloof. „Dan doen we zoals de wereld. De broodvraag, de vraag naar het levensonderhoud, neemt een grote plaats in het leven in. De Heere Jezus leert ons die vraag in Gods hand te leggen.”
Volle koelkast
Hoofdspreker P. Schalk, directeur van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU), vergeleek de huidige tijd met het verleden. „Het is niet lang geleden dat er gespaard moest worden voor de wat grotere uitgaven. Nu heeft ieder een volle koelkast en een volle vriezer. Want je moet toch wat in huis hebben. Maar daarmee is er wel een stuk afhankelijkheid verloren gegaan.”
Schalk ging vervolgens in op de taak van de diaconie. Als eerste noemde hij het verzamelen en bewaren van geld en goederen. „Het is geen zaak van toeval, maar een zaak van gebed.” Hij wijst erop dat een diaconie die zich zorgen maakt over de toekomst, de gemeente daarover moet informeren en moet bidden. „God kan harten neigen en het bestaande vermeerderen. Denk aan het volk van Israël in de woestijn. Hun kleed was niet verouderd en hun schoeisel niet versleten.”
Ook benadrukte Schalk het belang van het geven van praktische raad. Als voorbeeld noemde hij een predikant die in de crisis van de jaren dertig aan een gemeentelid adviseerde om bloemen te gaan verkopen. Toen die aangaf dat niet te kunnen, legde de predikant hem uit hoe hij dat kon doen. Schalk: „U kunt mensen weer aan de gang helpen.” Ook waarschuwde hij de diakenen dat ze niet aan arbeidsbemiddeling moeten gaan doen. „Als het misloopt tussen werkgever en werknemer heeft uiteindelijk niet u, maar de kerk het gedaan.”
Slachtofferrol
De diakenen bogen zich in groepjes over verschillende stellingen. Daarna ging Schalk in op een aantal vragen. Op de vraag hoe de diaconie mensen kan bereiken die wel hulp kunnen gebruiken maar daar niet om vragen, antwoordde hij: „Belangrijk is dat de diaconie duidelijk maakt waar zij voor is. Zij heeft een dienende taak in de dienst der barmhartigheid, het gaat niet alleen om het bieden van hulp bij acute nood. De diaconie moet de gemeente ook wijzen op het ambt aller gelovigen. Iedereen heeft de verantwoordelijkheid om te signaleren waar nood is.”
En hoe moet worden omgegaan met mensen die in de slachtofferrol kruipen? Schalk: „Sommige mensen zijn helemaal murw. Het verliezen van werk is niet zomaar iets, niet voor niets is werk een Bijbelse opdracht. Mensen gaan soms door een soort rouwproces heen.”