Angela Loeve: Ik wilde God volgen, maar satan trok aan me
Ex-heks Angela Loeve vertelt in het boek ”Verbroken betovering” hoe God haar bevrijdde van de demonische machten die haar jarenlang in de greep hielden. Christenen die zij ontmoette, bemoedigden haar, maar stelden ook teleur door hun onkunde en onbegrip.
Wicca is bezig met een opmars in Nederland. Steeds meer mensen noemen zich heks. Heidendom en satanisme herleven, schrijft ds. Mart-Jan Paul in het voorwoord van “Verbroken betovering. Hoe een heks Jezus vond” (uitg. Gideon, 2013). „Het is van belang daarvan enigszins op de hoogte te zijn.” Veel christenen hebben namelijk geen idee hoe de wereld van de kwade machten eruitziet. Voor de auteur reden om haar verleden als heks bloot te leggen. Ook met het oog op een betere hulpverlening is dit boek geschreven.
Angela Loeve trouwt jong maar voelt zich eenzaam in haar huwelijk. Daardoor vormt ze een gemakkelijke prooi voor een beginnende heksencoven, een kring van twaalf heksen en een hogepriester of -priesteres. Deze coven komt bijeen in een naburige flatwoning. Aan het begin van de samenkomsten roepen de leden van de coven („heel gewone mensen”, onder wie een huisschilder, een apothekersassistente en een notaris) Lucifer aan. Ze gebruiken alcohol en drugs en gaan zich te buiten aan allerlei seksuele uitspattingen. Loeve wordt al snel ingewijd. Ze legt twee eden af: de eed van geheimhouding en de belofte van trouw aan Lucifer, de god van de coven. „Daarna werd er wat bloed bij me afgenomen en tekende ik met mijn eigen bloed een document waarop de eden stonden beschreven. Bij het verbreken van de eden zouden allerlei vervloekingen mij treffen.” Loeve krijgt een heksennaam en een geleidegeest. Een geleidegeest is erg belangrijk, schrijft ze, want deze geeft allerlei adviezen en een rechtstreekse binding met het rijk van de demonen. „Ik voelde tijdens deze inwijding de demonen om ons heen. Het was feest. Er wijdde zich weer iemand aan satan.”
Dubbelleven
In de wereld van de heksen zijn verschillende stromingen. Loeve komt terecht bij een groep die de zwarte magie beoefent. Doordat ze na enige tijd verhuist, moet ze vertrekken uit de coven en gaat ze verder als soloheks.
Inmiddels heeft ze drie kinderen maar gelukkig is ze niet. Ze begint een geheime verhouding met een andere man en leidt in meerdere opzichten een dubbelleven. Onrust en depressieve gevoelens steken de kop op. Om rust te krijgen dwaalt ze over het kerkhof. „Dat was op zich niet vreemd, want de dood gaf rust in mijn denken. Ik verlangde naar de dood. Ook al wilde ik echt wel bij mijn (nieuwe, EHvS) man en kinderen blijven, toch trokken Lucifer en de occulte wereld me aan.”
Op een zondagmorgen, jaren later, gebeurt er een wonder. Zonder enige aanleiding is er de gedachte: ik wil naar de kerk. Niet om vervloekingen uit te spreken, maar omdat een kracht die sterker is dan zij, haar dwingt.
Ondanks haar weerstand tegen christenen komt Loeve terecht in een christelijke gemeente en hoort zij daar het Evangelie. „Zo kreeg ik geleidelijk aan het gevoel dat ik een zondig mens was en veel verkeerd had gedaan. (…) Na drie maanden heb ik het besluit genomen om mij te bekeren. Dat heb ik gedaan in de overtuiging dat mijn zonden me dan waren vergeven en dat Jezus mij vrij zou maken van alles. Over het heks-zijn hield ik mijn mond.”
Loeve komt echter niet los van haar satanische achtergrond. „Ik was wel gered, maar niet verlost.” Uitgebreid beschrijft ze vervolgens hoe ze worstelt met haar occulte belasting. „Ik wilde zo graag Gods liefde ontvangen en Hem volgen maar de wereld van de satan trok aan me. (…) Satan had recht op me, ik zat vast aan de eden van die wereld.”
Bevrijdingspastoraat
Drie jaar lang houdt zij haar achtergrond geheim en de christenen met wie zij in contact komt, herkennen haar occulte belasting niet. Wanneer er meer bekend wordt, blijkt het lastig om het bevrijdingspastoraat op een goede manier vorm te geven. „Tijdens zo’n sessie werd eerst Jezus aangeroepen en om de leiding van de Heilige Geest gevraagd. Daarna werd de demon persoonlijk aangesproken. (…) De begeleiders riepen de geest aan en ik moest dat bevestigen en afstand doen van de macht van die geest. Loslaten. Soms was er veel tegenwerking van demonische machten die zich verzetten. Maar soms ging het heel gemakkelijk, bijna eng gemakkelijk. Als er weer een grote macht mij had verlaten, dan kreeg ik een paar uur later een bloedvloeiing. Die was heel heftig, maar duurde nooit langer dan vijf minuten. Het was net alsof er vuil werd opgeruimd.”
Haar begeleiders begrijpen niet altijd welke strijd zich in haar afspeelt. Wanneer Loeve tijdens het bidden onder de macht van een demonische macht blijft, is ze niet meer aanspreekbaar. Soms stopt de sessie dan omdat de begeleiders het zonde van hun tijd vinden als zij niet meewerkt. Loeve: „Bij een getraumatiseerd persoon heb je erg veel geduld nodig. (…) Als het tijdens een sessie goed gegaan was, ging ik opgewekt naar huis. Maar als ik eigenlijk werd weggestuurd, was ik weer afhankelijk van mijn geleidegeest.”
Daarnaast betaalt ze de tol voor het verbreken van de geheimhoudingseed. Vervloekingen brengen lichamelijke klachten teweeg, die echter later minder worden omdat God de kracht van de demonische machten verbreekt. „De Heilige Geest vulde mij met Gods liefde en zo kreeg mijn geleidegeest steeds minder vat op mij. Ten slotte heeft ze het gewoon opgegeven. Dit terrein was verloren gebied.”
Waarom duurt het vijf jaar voordat Loeve volledige bevrijding ontvangt? Ze schrijft: „Ik weet het antwoord niet. Wat ik wel weet is dat God erbij was. (…) Alles bij elkaar was het zwaar, erg zwaar. Maar de overwinning op de duisternis is zo groot, dat gevoel is onbeschrijflijk.”
Dr. Paul: Preek over occulte werkelijkheid
Kerken krijgen steeds meer hulpvragen van mensen die kampen met demonische belasting, signaleert predikant en hoogleraar dr. M. J. Paul, deskundige op het gebied van occulte machten en bevrijding. Zowel niet-christenen als christenen uit alle kerkelijke denominaties trekken aan de bel. Goede begeleiding is er echter nog lang niet overal.
Waar lopen occult belaste mensen tegenaan in de gemeente?
„Wanneer tijdens een bijeenkomst de naam van Jezus klinkt, kunnen zij heel agressief reageren of flauwvallen. Als je de oorzaak daarvan niet kent, kun je die ook niet weghalen. Op dit moment worden hulpvragers niet goed genoeg opgevangen of niet serieus genomen. „Bid ervoor, dan ben je er vanaf”, krijgen ze te horen. Of hun probleem wordt op het psychische vlak geschoven.
Mensen die in aanraking zijn geweest met hogere, demonische werkelijkheden vinden vaak dat christenen veel te aards leven en er geen idee van hebben wat voor strijd er zich in hemelse gewesten afspeelt. Een ex-satanist zei: „Wij bleven nachtenlang op om te bidden tot satan met de bedoeling dat hij schade zou aanrichten. Ik begrijp werkelijk niet dat christenen bepaalde gedeelten in de Bijbel niet serieuzer nemen.” Die houding van christenen geeft frustratie. Een misverstand onder christenen is dat het verleden van iemand die in satanische kringen verkeerde, heeft afgedaan bij zijn bekering, terwijl dit kan blijven opspelen, bijvoorbeeld rond Halloween.”
Hoe valt de hulpverlening te verbeteren?
„Ik bepleit dat er in elke gemeente een paar mensen zijn die kennis van zaken hebben en adequaat kunnen helpen, maar ook dat dit onderwerp in preken naar voren komt. Er staan veel voorbeelden van bevrijding in de Bijbel. Nogal wat predikanten beperken zich bij het maken van een toepassing tot bevrijding van zonde. Die toepassing maken mág, maar de allereerste toepassing die er te maken valt, is die van bevrijding uit de occulte werkelijkheid. Laten we Bijbelteksten in de eerste plaats letterlijk nemen.”
Hoe krijgt het bevrijdingspastoraat vorm in reformatorische kerken?
„Over het algemeen schakelen kerken externe deskundigen in. Gemeenten die wel ervaring hebben met het bevrijdingspastoraat hanteren allemaal een andere werkwijze. Die hangt af van de kerkelijke traditie, maar ook van de ernst van de situatie. Wanneer men mij om advies vraagt, geef ik aan welke mogelijkheden en benaderingen er zijn. Soms is het genoeg om eenmalig te bidden om vergeving en bevrijding, soms is er meer tijd nodig. Mensen die in het satanisme hebben gezeten, zijn er het ergst aan toe.”
Ik krijg soms de vraag: „Ontleen je het bevrijdingspastoraat niet aan de evangelische beweging? Voor mij is belangrijk: het bevrijden van duivelse machten is niet nieuw, maar gebeurde ook volop in de vroege kerk. Athanasius en Tertullianus hadden ermee te maken. De kerkvaders onderzochten of heidenen die zich tot het christendom bekeerden, hadden meegedaan aan heidense rituelen en in welke mate dat een demonische belasting had gegeven. Tot de Nadere Reformatie was hier aandacht voor. Nu wij steeds meer heidenen om ons heen krijgen, is deze aandacht opnieuw nodig.”