Verkeerswethouder Eric Wiebes maakte de maatregel woensdag bekend in een brief aan de gemeenteraad. Voor bestaande parkeervergunningen en ontheffingen verandert er niets. Maar van Amsterdammers die hun voertuig vervangen, verlangt de gemeente dat ze een schonere kopen.

Nieuwe parkeervergunningen verstrekt de gemeente alleen nog maar aan dieselvoertuigen van na 1 januari 2005 (die minimaal voldoen aan de Europese uitstootnorm Euro 4) en benzinevoertuigen van na 1 juli 1992 (die minimaal voldoen aan de Euro 1-norm).

Daarnaast wil Amsterdam eigenaren van de meest vervuilende auto’s een premie aanbieden om ze te stimuleren afstand te doen van hun brik. De gemeente denkt aan een bedrag van 500 euro voor personenauto’s en 1000 euro voor bestelauto’s die voor woensdag 11 september 2013 al in Amsterdam geregistreerd stonden.

Wiebes zei woensdag in een toelichting niet te kunnen inschatten hoeveel particulieren van de stimuleringsregeling gebruik zullen maken en hoeveel dit de gemeente gaat kosten. „Nederlanders zijn dol op voordeeltjes en ik zie op straat een heleboel auto’s die oud zijn en die Amsterdammers niet uit liefhebberij houden.” Wiebes verwacht dat vooral ondernemers van de ‘uitsterfregeling’ gebruikmaken. „Dieselvracht is het meest vervuilend in de stad. Ik verwacht dat we met het uitsterfbeleid een derde van de vervuilende bestelauto’s voor 2015 weg krijgen en daarna de rest.”

De maatregel volgt op een tussentijdse evaluatie van het uit 2011 stammende plan plan Schone lucht voor Amsterdam. Het doel van dit plan is om op 1 januari 2015 te voldoen aan de wettelijke EU-luchtkwaliteitsnormen. Het college van burgemeester en wethouders vindt dat de lucht niet snel genoeg schoner wordt. Zonder aanvullende plannen verwacht Amsterdam op vier tot zeven plekken in de stad de norm pas in de periode 2018-2021 te halen. Dat komt onder meer omdat er door de aanhoudende crisis minder nieuwe, schonere voertuigen worden aangeschaft en dat auto’s in de praktijk veel meer uitstoten dan in testsituaties.