„Maar Christus zei: Ja, zalig zijn degenen die Gods Woord horen en hetzelve bewaren.”

Christus bestraft deze vrouw, in plaats van haar te bedanken voor haar loftuiting. Hij zegt tot haar: „Ik zal u zeggen wie de zaligen zijn. Ja, zalig zijn degenen die het Woord Gods horen en het bewaren.”

Ziet u de samenhang van deze woorden? De spreuk van deze vrouw was een spreekwoord onder de Joden. Als iemand iets prijzenswaardigs had verricht, riepen zij uit: „Zalig is de buik die u heeft gedragen.” Uit deze algemene manier van spreken kunt u merken dat goede kinderen tot een grote lof en tot zegening van hun ouders zijn. Deze vrouw prees met recht de moeder van Christus, die zo’n Zoon als Hij gedragen had. Salomo zegt: Een wijze zoon zal zijn vader verblijden.

Ook op veel andere plaatsen van de Schrift lezen we over de grote prijs die ouders gekregen hebben die met wijze en godzalige kinderen door God zijn gezegend. Daar tegenover lezen we dat de Schrift het die ouders tot schande rekent die goddeloze kinderen voortbrengen. Daarom lezen we dikwijls dat een zotte of goddeloze zoon zijn ouders beschaamd maakt. Het nut hiervan is om u te leren dat wie God met goede kinderen gezegend heeft, God dankbaar moet zijn. Want het is voor u een grotere zegening dan dat God uw huis met zilver en goud vervult.

Christopher Love, predikant te Londen (”De ijverige christen”, 1655)