Luisteren
Spontaan heft iemand het ”Halleluja” van Händel aan op het station. Steeds meer reizigers vallen in, anderen staan pardoes stil. Monden vallen open, oren worden gespitst. Een groots effect van deze georganiseerde actie. Een flashmob die je niet dagelijks meemaakt, maar waarvan de filmpjes rondcirkelen op het wereldwijde web.
Luisteren gaat vanzelf als er iets bijzonders te horen is. Flashmobs zijn daar een prachtige illustratie van. Dan valt zelfs de grootste praatjesmaker stil.
Luisteren is makkelijker gezegd dan gedaan, of het nu naar muziek is of naar elkaar. Luisteren naar muziek is niet altijd even eenvoudig. Dat blijkt wel uit de opvatting dat je moet leren luisteren naar muziek. Het vraagt oefening: begrip leren opbrengen voor muziek die je niet begrijpt door je erin te verdiepen.
Toch zijn er ook van die momenten dat muziek je dwingt te luisteren, net als naar de flashmob. Bij een concert, de platenspeler of cd-klanken laat die ene uitvoering een onuitsprekelijke indruk achter die je niet snel vergeet. De meeste mensen blijken zo’n moment te kennen, ergens in hun jonge jaren. Niet zelden werd het de muzikale favoriet. Een stuk waarover je kunt vertellen in een goed gesprek!
Goede gesprekken staan op mijn verlanglijstje. De kans erop is het grootst als er goed geluisterd wordt. Helaas is luisteren naar elkaar nog moeilijker dan luisteren naar muziek. Muziek luistert niet naar ons, een gesprekspartner wel. Je oren openzetten voor de ander is moeilijker dan je mond houden over jezelf. Dan luister je alleen maar naar jezelf.
Nee, neem dan luisteren naar wat de ander zegt. Veel spannender. Vooral luisteren naar wat diegene niet met woorden zegt, maar wel tussen de regels door. Luisteren betekent doorvragen, vragen of je het goed begrepen hebt. Samenvatten.
Ook musici moeten luisteren naar hun luisteraars. Kerkorganisten bijvoorbeeld, zij zijn immers dienend bezig. Zij moeten kunnen luisteren met de oren van al hun luisteraars: de gemeenteleden en de kerkenraad. Het lastige is dat kerkgangers allemaal andere dingen horen aan het orgelspel. De een is gespitst op muzikaliteit, de buurman op bevindelijkheid en de buurvrouw op verstaanbaarheid. Ingewikkeld om als organist iedereen tevreden te stellen en tegelijkertijd goede muziek te laten spreken. Vooral is dat het geval als er slecht naar de organisten geluisterd wordt, naar hun muziek of naar hetgeen ze zeggen over de muziek in de eredienst.
Ten diepste is dienen luisteren naar elkaar, of je nu op de orgelbank of in de kerkbank zit. Samen eens luisteren naar muziek lijkt me een goede oplossing. Daar zijn tenminste geen woorden voor (nodig).