Vrouw in het ambt is in GKV „een heel moeilijk dossier”
HARDERWIJK. De mogelijke komst van vrouwelijke ambtsdragers binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kent voor en tegenstanders. Prof. dr. J. Douma, spreekbuis van bezwaarde vrijgemaakten: „Als de Bijbel een duidelijk ”nee” laat horen, komt men via allerlei kanttekeningen uit bij ”ja.””
Het werk van het sinds 2005 bestaande deputaatschap m/v in de kerk is bepaald niet eenvoudig geweest, zegt woordvoerster Harmke Vlieg-Kempe vrijdag. „Dit is een heel moeilijk dossier geweest.” Dat gold zeker nadat de generale synode de deputaten in 2011 opdroeg om met een rapport te komen waarin conclusies zouden worden getrokken. „We hebben de situatie in de kerk meegewogen in het schrijven van het rapport. Toch is geprobeerd om met de Bijbel in de hand een eerlijk antwoord te geven op de vragen die de synode ons stelde.”
Vlieg wil niet ingaan op vragen rond een gewijzigd standpunt ten aanzien van vrouwelijke ambtsdragers. „Het rapport spreekt wat dat betreft voor zichzelf. We hebben als deputaten afgesproken de discussie op dit punt niet via de media te voeren.” Wel stelt ze dat het veranderde standpunt niet betekent dat „de Bijbel geen gezag meer heeft. Maar op het punt van vrouwelijke ambtsdragers ligt het misschien minder duidelijk dan in het verleden gedacht werd. Wat ons betreft is dit een kwestie van hoe je omgaat met de Bijbel, niet van tornen aan Schriftgezag.”
Dat deputaat mr. D. A. C. Slump met een minderheidsstandpunt komt, zoals verwoord in een bijlage bij het rapport, ziet Vlieg niet als onoverkomelijk. „Het doel is natuurlijk geweest om met één standpunt naar buiten te komen. Maar gezien de complexiteit van het thema is het niet vreemd dat dat niet gelukt is. Ik ben tevreden over de oplossing die we nu hebben gevonden. Het deputaatschap heeft in goede harmonie samengewerkt”
Prof. dr. J. Douma, emeritus hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Kampen, is het „geheel eens” met de visie van Slump. „Het enige commissielid dat de vrouw in het ambt blijft afwijzen, heeft dat voortreffelijk verwoord. Hij komt gelijk tot de kern en verliest zich niet in details.”
In het meerderheidsrapport ziet prof. Douma „een bevestiging van het feit dat men, tot mijn leedwezen, de Bijbel anders leest dan vroeger gebeurde. Ik neem deze tendens zeer ernstig op en verwerp die. Men past zich in allerlei dingen aan bij de moderne cultuur. Als de Bijbel een duidelijk ”nee” laat horen, komt men via allerlei kanttekeningen uit bij ”ja.””
Over de besluitvorming tijdens de generale synode volgend jaar is de emeritus hoogleraar „zeer pessimistisch.”
Openstelling van de ambten voor vrouwen zal voor het kerkverband ernstige gevolgen hebben, verwacht prof. Douma. Over zijn eigen positie wil hij zich nog niet uitspreken. „Ik zal me hier met kracht tegen verzetten. Het kon wel eens de laatste keer zijn dat ik de mogelijkheid daarvoor kan en zal aangrijpen.”
Voor de nieuwe kerkorde van de GKV, waarvan de conceptversie vorig jaar werd vastgesteld, heeft het advies geen consequenties, zegt kerkrechtdeskundige en mede-auteur prof. dr. M. te Velde vrijdag desgevraagd. „We hebben hiervoor bij de opstelling ruimte gereserveerd. Als er iets is wat je nu nog niet onder woorden kunt brengen, moet je dat nog niet doen.”
Prof. Te Velde wijst op artikel B6.5 uit de kerkorde, waar alleen staat: ”ambt m/v: gereserveerd”. De invulling van dat artikel volgt zodra de positie van de kerk duidelijk is, zegt prof. Te Velde. „De synode moet de kerkorde in 2014 in definitieve lezing vaststellen. Als de discussie zich dan heeft uitgekristalliseerd, komt die invulling er op dat moment. Anders wordt de kerkorde vastgesteld terwijl dit punt niet ingevuld blijft.”
Ad de Boer, voorzitter van de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken, stelt in een reactie dat het rapport van de GKV-commissie „verrassend, wijs, beknopt, Schriftuurlijk en moedig” is. „Ik had wel verwacht dat dit geluid ooit een keer zou komen, maar dat het nu al zo ver is, is verrassend snel. Daarmee ben ik overigens niet ongelukkig.”
Hij noemt het wijs dat de deputaten niet alle studies die er al over deze materie zijn geschreven dunnetjes hebben over gedaan. „Ze geven een beknopte onderbouwing van hun visie. Die onderbouwing deugt wat mij betreft helemaal. Maar het is nogal kort. Dat heeft als voordeel dat ook het gewone kerklid het rapport, dat heel leesbaar is, kan begrijpen. Nadeel is dat veel vragen die er ongetwijfeld zullen komen niet vast aan de orde zijn gesteld.”
Volgens De Boer is het rapport Schriftuurlijk „en dus ook gereformeerd. Het rapport gaat uit van het gezag van Gods Woord. Cruciaal is natuurlijk hoe de voorschriften die Paulus toen gaf nu uitgelegd moeten worden. Ik vind dat de deputaten daar op een gereformeerde, niet biblicistische manier mee omgaan. Gelukkig heerst binnen de GKV de gedachte dat de traditie niet maatgevend is. De visie op de vrouw die in het rapport naar voren komt, is natuurlijk een afwijking van wat lang gangbaar is geweest. Maar de GKV hebben nooit gezworen bij gangbare leringen. Naast oude schatten weten ze ook nieuwe schatten uit de Schrift te halen.”
De Boer vindt het rapport ook moedig. „Naar verwachting zal dit stuk het nodige debat opleveren. Ze hadden ook om de lieve vrede wil een ander standpunt in kunnen nemen. Dat hebben ze niet gedaan. Dat was hun ook gevraagd: om eindelijk de knoop eens door te hakken. Nu is het aan de synode om te besluiten of die knoop op de juiste manier is doorgehakt.”
De NGK-voorman wil niet speculeren over de uitkomst van het synodedebat. „Het is evident dat er in de kerken voor- en tegenstanders zijn. Dit debat biedt een duidelijk kader voor een goed kerkelijk debat. Als Nederlands gereformeerde hoop ik natuurlijk dat de synode zal uitspreken dat het verschil in visie op de vrouw in het ambt niet kerkscheidend is en dus niet langer een barrière hoeft te vormen voor kerkelijke eenheid.”
Ds. D. Quant, preses van de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, zegt verrast te zijn door het rapport van de deputaten van de GKV. „Je weet natuurlijk dat de discussie speelt, maar dat het al zo ver was, had ik niet in de gaten. Dit is een ferm geluid en een forse draai. Dat verbaast me. Het zal de zaak binnen de GKV flink opschudden.”
Hij benadrukt dat het slechts om een deputatenrapport gaat. „Binnen de CGK rapporteert een commissie altijd direct aan de synode, bij de GKV gaan de rapporten vooraf naar de kerkenraden, waardoor ze direct openbaar zijn. Er is dus nog geen besluit. Bovendien begreep ik dat er binnen de commissie ook een minderheidsvisie is, van jurist mr. Dick Slump van de Raad van State. Dat is niet de minste.”
Of het rapport door de synode wordt overgenomen, kan de predikant uit Huizen niet inschatten. „Ik weet niet hoe groot de groep is die aan het klassiek-gereformeerde geluid wil vasthouden. Feit is dat de visie die in het rapport naar voren komt door lang niet iedereen zal worden gedeeld.”
Wat betekent een eventuele overname van het rapport door de synode voor de relatie tussen de GKV en de CGK? „Ik heb gelezen dat de GKV-deputaten voorstellen om een commissie te benoemen die de ruimte voor de vrouw in het ambt op zo’n manier moet vertalen naar kerkelijke afspraken en regelingen, dat daarmee de vrede in de plaatselijke kerken gediend wordt. Ik neem aan dat ze daarmee ook de verhouding tot de CGK bedoelen. Onze kerken hebben 1998 in meerderheid een ander standpunt ingenomen. Dus een eventueel aanvaarden van het rapport zal daarom moeilijkheden opleveren in de relatie met de CGK. In samenwerkingsgemeenten met de Nederlands gereformeerden hebben wij nu de lijn dat de openstelling van het ambt voor de vrouw binnen de NGK niet past binnen de bandbreedte van zo’n samenwerkingsgemeente.”
Ziet hij met spanning uit naar de GKV-synode? „Ik ben niet iemand die me laat opjagen. Maar ik zie de synode wel met grote belangstelling en enige onzekerheid tegemoet.”