„Blik PThU ook op Azië en Afrika gericht”
GRONINGEN. De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) focust niet langer op Europa alleen. Ook Azië en Afrika zijn gebieden waar de instelling zich meer en meer op gaat richten, zei rector prof. dr. G. Immink woensdag bij de opening van het academisch jaar in Groningen.
Prof. Immink stelde in zijn openingswoord dat bij het begin van dit jaar de zaken voor de PThU in Groningen aanzienlijk beter voor elkaar zijn dan vorig jaar, net na de verhuizing naar de stad. „Computers werken, het gebouw is klaar.” De rector gaf aan dat kernwoorden voor de universiteit dit cursusjaar ”constructief en innovatief” zijn. „Dit in nauwe samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen.” Hij heette internationale studenten in het bijzonder welkom en stimuleerde Nederlandse studenten om hun licht tijdens hun studietijd ook in het buitenland op te gaan steken.
Tijdens de bijeenkomst, in de doopsgezinde kerk in Groningen, opende ook de faculteit voor godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen (GGW) van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) het academisch jaar. Prof. dr. Hans Martin Kirn, hoogleraar aan de PThU, gaf een college met de titel ”Martin Luther – Precursor of Modern Anti-semitism?”. De hoogleraar stelde dat Luther geen voorloper van het moderne antisemitisme genoemd kan worden. „De term voorloper is een slechte als historische term.” Prof. Kirn stelde dat de ‘vroege’ Luther voor vergaande integratie van Joden was. „Zonder dat zij zich hoefden te bekeren of zich hoefden laten dopen.” De ‘late’ Luther dacht apocalyptisch. Dat is de verklaring voor zijn veranderde houding ten opzichte van Joden. „Als christenen Joden tolereerden, maakten zij zich schuldig aan het ongeloof van de Joden. Dit vanuit het idee dat je in een samenleving deelt in elkaars zonden.”
Prof. dr. C. K. M. von Stuckrad volgt dit jaar prof. dr. G. H. van Kooten op als decaan van de faculteit GGW. „Een moeilijke taak”, aldus de decaan, „omdat prof. Van Kooten ervoor zorgde dat de faculteit door de komst van de PThU een enorme boost kreeg en ten tweede omdat hij de faculteit duidelijk profileerde.” Hij vervolgde: „We zijn er trots op dat we in de top vijf staan van faculteiten voor religiestudies in Europa. Dit moeten we duidelijk naar buiten brengen.” Dit jaar treden er dertig nieuwe studenten aan bij de faculteit GGW en twaalf bij de PThU in Groningen.
Verder sprak prof. dr. Mladen Popovic van het Qumran Instituut aan de faculteit GGW over ”Religie en cultuur van de Dode Zeerollen”. Hij stelde dat de Dode Zeerollen van groot belang zijn voor het begrip van de totstandkoming van de Bijbel. „Er zijn uit de tijd van Jezus geen andere manuscripten overgebleven.” Popovic legde uit dat aan de hand van moderne computertechnieken kan ontdekt worden welke handschriften van één persoon zijn, om zo meer over de schrijvers te weten te komen.
Aan het eind van de bijeenkomst reikte prof. Popovic voor de eerste keer de Florentino García Martínez Reseach Master Scholarship uit aan studente Bernice Brijan. Met particuliere steun stelt het instituut jaarlijks 1000 euro beschikbaar aan een excellente student op het terrein van Oude Testament, vroege Jodendom en/of de Dode Zeerollen.