„Zeeuwse regionale media beter dan Friese”
DEN HAAG. De Zeeuwse regionale pers doet het „aanzienlijk beter” dan de Friese regionale, al zijn er veel meer Friese mediakanalen dan Zeeuwse. Tot deze conclusie kwam Irene Costera Meijer, hoogleraar journalistiek aan de Vrije Universiteit, bij de presentatie dinsdag in Den Haag van drie onderzoeken naar de toekomst van regiojournalistiek.
Costera Meijer gebruikte vier criteria die het publiek belangrijk vindt in de beoordeling van media-uitingen op hun kwaliteit: beschrijving van het regionale belang van een onderwerp, plaatsing van het nieuws in de tijd, de mate waarin de media het publiek aan het woord laten en de vraag in hoeverre een onderwerp het gesprek van de dag is.
Op deze criteria vergeleek De hoogleraar de Zeeuwse en de Friese media met elkaar. Hoewel er meer Friese dan Zeeuwse media zijn per 10.000 inwoners, zoals de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad en Omrop Fryslân, hebben de Zeeuwse media, zoals de PZC en Omroep Zeeland, een beter bereik.
Volgens Costera Meijers inhoudelijke meting komt dit doordat de Zeeuwse media „relatief goed” het Zeeuwse karakter van de cultuur, evenementen en geschiedenis in beeld brengen. Vanwege hun hogere kwaliteit, bereiken de Zeeuwse media meer mensen dan de Friese media.
Een op de zes nieuwsuitingen in de Friese media is zelfs ondermaats, zei de hoogleraar. Die laatste geven minder vervolg aan hun nieuws en minder duiding.
Regionale journalistiek heeft toekomst, aldus Costera Meijer. Zonder inzet van extra middelen, maar wel met „iets meer journalistiek vakmanschap.” Dat moet worden bereikt door beter in te gaan op de wensen van het publiek.
Lokale nieuwssites, ook wel ”hyperlocals” genoemd, zouden weleens de waakhond van de regio kunnen worden, zo bleek dinsdag uit een onderzoek van docent journalistiek Piet Bakker van de Hogeschool Utrecht. Het aantal is na 2006 enorm toegenomen. Veel van deze sites zijn opgericht uit onvrede met bestaande media.
Op dit moment zijn ze echter nog niet de waakhond van de regio. Veel sites plaatsen berichten over ongevallen, nieuws over misdaad en veel verenigingsnieuws. Zwak punt bij deze kleinschalige media is de continuïteit. Veel initiatiefnemers hebben moeite het hoofd boven water te houden en overwegen na een aantal jaren te stoppen. Bovendien blijken het toch vooral de papieren media waarvoor moet worden betaald te zijn die het beleid van plaatselijke en regionale overheden kritisch volgen.
Ook daarin is echter een kaalslag aan de gang. Oud-burgemeester Van Walsum schetste hoe, toen hij in 1985 in Delft aantrad, de Delftse Courant twaalf verslaggevers telde. De krant had 21.000 abonnees op 70.000 inwoners. Inmiddels heeft de Delftse editie van het Algemeen Dagblad vier verslaggevers over die schrijven voor 5500 abonnees. „Delft voelt zich verwaarloosd”, aldus Van Walsum.
Volgens media-adviseur Christian Fictoor uit Twente hebben digitale media de toekomst. Hij bereikt via sociale media ruim 10.000 mensen.