Een charmant blok beton
Titel:
”Mevrouw de minister. Het persoonlijke verhaal van de machtigste vrouw van de VS”
Auteur: Madeleine Albright
Uitgeverij: Anthos, Amsterdam, 2003
ISBN 90 763 4146 x
Pagina’s: 541
Prijs: € 22,90. Madeleine Albright was de eerste vrouw die het in de Verenigde Staten bracht tot minister van Buitenlandse Zaken. In haar onlangs gepubliceerde memoires -”Mevrouw de minister. Het persoonlijke verhaal van de machtigste vrouw van de VS”- kijkt ze terug op haar geslaagde maatschappelijke en politieke carrière en gunt ze een blik in haar minder succesvolle privé-bestaan.
Haar loopbaan kan adembenemend worden genoemd. Madeleine Albright wordt geboren in het toenmalige Tsjecho-Slowakije, emigreert als kind naar de Verenigde Staten, verwerft faam als professor en brengt het ten slotte tot machtigste vrouw van Amerika als Bill Clinton haar in 1997 vraagt als minister van Buitenlandse Zaken.
In 1937 ziet Madeleine Albright in Praag het levenslicht als dochter van de Tsjechoslowaakse diplomaat Josef Körbel. Als nazi-Duitsland in 1939 Tsjecho-Slowakije bezet, vluchten de ouders van Madeleine, eerst naar Belgrado en vervolgens naar Londen, waar haar vader in dienst treedt van de Tsjechoslowaakse regering in ballingschap.
Na de oorlog keert het gezin terug naar Tsjecho-Slowakije. Als de communisten in 1948 de macht grijpen, vlucht de familie voor de tweede keer, nu naar de Verenigde Staten. Het gezin vestigt zich in Denver, waar de vader van Madeleine aan de universiteit gaat doceren.
De meer dan begaafde Madeleine studeert politieke wetenschappen aan het gerenommeerde Wellesley College, vervolgens rechts- en staatswetenschappen aan de Columbia University, waar ze in 1976 promoveert. In 1959 trouwt ze Joseph Patterson Albright, de zoon van een uitgeversfamilie. Uit het huwelijk worden drie dochters geboren.
Haar politieke carrière begint in de jaren zeventig. Ze zamelt met het nodige succes geld in voor de Democratische Partij. Maar ook haar intellectuele kwaliteiten blijven niet onopgemerkt. In 1978 neemt president Jimmy Carters adviseur voor nationale veiligheid Zbigniew Brzezinsky contact op met Madeleine Albright. ”Zbig” is Albrights vroegere hoogleraar, met wie ze in de loop der jaren bevriend is geworden. Hij vraagt haar op het Witte Huis voor de nationale veiligheidsraad te komen werken. Albright accepteert het aanbod. Ze vindt „het heerlijk om in het Witte Huis te werken, waar alle kamers en gangen geschiedenis, drama en intrige ademen.”
Echtscheiding
Persoonlijk leed blijft mevrouw Albright niet bespaard als haar echtgenoot, Joe, woensdag op 15 januari 1982 na 23 jaar huwelijk haar van het ene op het andere moment overvalt met de mededeling: „Dit huwelijk is dood en ik ben verliefd op iemand anders.” Albrights privé-bestaan stort op dat moment in. Ze kan het niet bevatten. Een jaar later, op 30 januari 1983, wordt de echtscheiding officieel uitgesproken.
In deze tijd houden haar hoogleraarschap en haar deelname aan de politiek Albright op de been. Op een gegeven moment kiest ze voor de wetenschap. Ze gaat internationale politiek aan de Georgetown University in Washington doceren. Toch zegt ze de politiek niet helemaal vaarwel. Zo blijft ze adviseur van de Democraten op het gebied van de buitenlandse politiek.
Als de Democraat Bill Clinton in november 1992 de presidentsverkiezingen wint, wordt Albright uitgenodigd naar Little Rock te komen. De nieuwe president biedt haar een post aan als ambassadeur bij de Verenigde Naties. Over het aanbod hoeft ze geen moment na te denken. Op 1 februari vliegt ze naar New York. „Ik ging Amerika vertegenwoordigen in de organisatie waarvoor mijn vader gewerkt had.”
De kroon op haar carrière krijgt ze als Clinton haar aan het begin van zijn tweede ambtstermijn vraagt voor het State Department. Op 5 december 1996 wordt ze de eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten.
De meeste tijd van haar ambtsperiode besteedt ze aan de oorlog op de Balkan. Haar Tsjechoslowaakse achtergrond en het feit dat haar anticommunistische vader ambassadeur in Belgrado is geweest, spelen hier een niet onbelangrijke rol. Ze ontpopt zich als een havik binnen de regering-Clinton. Ze wijkt geen millimeter voor de Joegoslavische leider Milosevic, die momenteel zijn dagen slijt in een cel in Scheveningen.
Messcherp verstand
Albright is in de door mannen beheerste wereld van de internationale politiek geen dame met wie te spotten valt. Diplomatieke regels lapt ze als het moet aan haar laars. Ze laat Kosovo bombarderen zonder toestemming van de Veiligheidsraad, ook op Haïti grijpen de Verenigde Staten in zonder goedkeuring van het VN-orgaan, ze forceert de uitbreiding van de NAVO richting Oost-Europa.
Tegenstanders vrezen Madeleine Albright vanwege haar messcherpe verstand. Wie haar tegenkomt, loopt tegen een blok beton op. Tegelijkertijd is ze charmant. Groot gemak heeft ze van het feit dat ze vloeiend vijf talen spreekt.
Madeleine Albright blijft aan tot 20 januari 2001, als haar opvolger Colin Powell -„onze eerste Afro-Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken”- haar plaats inneemt in de regering-Bush. Ze reageert nuchter op haar vertrek. „Ik wilde dat er geen eind aankwam, maar vanaf de eerste dag wist ik natuurlijk dat dat zou gebeuren.”
Wie de autobiografie uit heeft, blijft met een grote vraag zitten: Hoe is het mogelijk dat iemand met deze intellectuele kwaliteiten op het menselijke vlak zo tekortschiet? Die vraag dringt zich een paar keer op. Bijvoorbeeld bij de gang van zaken rond haar echtscheiding. Hoe kan het dat iemand van haar niveau niet in de gaten heeft gehad dat haar echtgenoot niet maar van haar hield en wilde scheiden? Het is natuurlijk mogelijk dat mevrouw Albright niet helemaal open is geweest, maar daar is zij het type niet naar. Waarschijnlijk is mevrouw Albright in relationeel opzicht geen hoogvlieger.
Joodse grootouders
Een andere keer dat deze vraag zich opdringt, is wanneer ze verhaalt over haar Joodse grootouders. Als Madeleine met haar ouders na de Tweede Wereldoorlog in Tsjecho-Slowakije terugkeert, blijken haar grootouders tijdens de oorlogsjaren te zijn gestorven. „Mijn ouders zeiden dat hun ouders oud waren geweest en dat dat nu eenmaal gebeurde als je oud werd.” Madeleines moeder huilde vaak, maar Madeleine wist niet waarom.
Albright begreep pas op 4 februari 1997 wat er werkelijk was gebeurd, toen de Washington Post opende met de kop ”Albrights familietragedie komt aan het licht”. De Amerikaanse kwaliteitskrant onthulde dat Albright Joods is en dat drie van haar grootouders in concentratiekampen waren gestorven. De media beschuldigden Albright ervan haar afkomst te hebben verzwegen. Albrights ontkent dit met klem in haar boek. Ze zegt dat ze volkomen verbijsterd was, maar de pers geloofde niet dat ze haar familiegeschiedenis niet kende.
Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat Albright wat dit betreft niet de waarheid vertelt, maar de lezer vraagt zich wel af waarom haar ouders dit voor haar hebben verzwegen. Wilde Madeleines vader zijn kinderen een volgende holocaust besparen en liet hij ze daarom rooms-katholiek opvoeden? Tegelijkertijd is de vraag op zijn plaats: Heeft Albright werkelijk nooit iets gemerkt bij haar ouders? Albright zegt van niet en de lezer is geneigd haar te geloven. Maar getuigt dit tegelijkertijd niet van naïviteit op het sociale vlak?
Breedsprakig
Madeleine Albright heeft zonder meer een boeiend leven achter de rug. Van een in 1937 in Tsjecho-Slowakije geboren meisje tot eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten. Ruim 500 pagina’s heeft ze nodig voor dit sprookjesverhaal. Als haar ”speechwriter” Bill Woodward minder breedsprakig was geweest, hadden er gerust een honderd pagina’s af gekund. Dit zou de leesbaarheid van ”Mevrouw de minister” zeker ten goede zijn gekomen. Toch blijft het boek de moeite waard, al is het alleen maar vanwege de eerlijkheid waarmee Albright alles vertelt. Zo vertelt ze bijvoorbeeld hoe ze nagelbijtend in haar nachtjapon op het telefoontje van Clinton zit te wachten waarin hij haar vraagt minister van Buitenlandse Zaken te worden. Dit is slechts een van de vele aardige passages.