Rol RK-Kerk in Videla-tijd omstreden
De Rooms-Katholieke Kerk in Argentinië heeft tijdens de militaire dictatuur (1976-1983) van Videla een omstreden rol gespeeld. Dat hebben Argentijnse priesters toegegeven.
Tijdens het gewraakte bewind zijn volgens officiële cijfers 15.000 mensen verdwenen. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat het er zeker 30.000 zijn geweest. Veel bisschoppen en priesters hebben toegegeven dat ze hiervan ook toen al op de hoogte waren. Desondanks betuigden ze in hun preken steun aan de militaire machthebbers. Sommige priesters waren zelf betrokken bij misdrijven. Zo verleenden legeraalmoezeniers geestelijke bijstand aan piloten van vliegtuigen van waaruit dissidenten levend in zee werden gegooid. In de jaren tachtig zorgde de aartsbisschop van La Plata Antonio Plaza voor commotie met zijn uitspraak dat „zeven uur foltering geen zonde is.”
De Argentijnse bisschoppen hebben in 1996 in een verklaring hun spijt betuigd over de rol van de kerk. Ze erkenden te weinig te hebben gedaan om de mensenrechten te verdedigen. Ze vroegen God om vergeving zowel voor priesters die bij de junta betrokken waren als voor degenen die zich bij de linkse guerrilla’s hadden aangesloten. Paus Johannes Paulus II had de Argentijnse bisschoppen persoonlijk om opheldering gevraagd.
Mensenrechtenorganisaties ontvingen de excuses van de bisschoppen met scepsis. Ze meenden dat ze te laat kwamen en niet oprecht waren. Bovendien kregen de geestelijken die zich schuldig hadden gemaakt aan misdaden geen ontslag. „De kerk spreekt wel over guerrilla’s die het slachtoffer waren, maar wil niet toegeven dat ook baby’s, kinderen en zwangere vrouwen slachtoffer van de staatsterreur waren”, reageerde Nora Cortinas, hoofd van de mensenrechtengroep Moeders van de Plaza de Mayo. Binnen de eigen gelederen werd deze kritiek gedeeld.
Bijna alle bisschoppen kozen tijdens het Videla-bewind de kant van de dictators. De toenmalige pauselijke ambassadeur, Pio Laghi, was over 5500 verdwijningen geïnformeerd, erkende hij later. Toch tenniste hij geregeld met juntalid generaal Massera, die directeur was van een concentratiekamp waar werd gemarteld en vermoord. In 2000 vroegen de Argentijnse bisschoppen opnieuw om vergeving. Mensenrechtenorganisaties zijn echter nog steeds van mening dat de spijtbetuigingen lang niet ver genoeg gaan en te vaag zijn.