Schokeffect
Al jarenlang wordt gediscussieerd over de gevolgen van de vergrijzing. Hoe houden we de gezondheidszorg, de AOW en de pensioenen betaalbaar, hoe komen we aan voldoende aangepaste woningen en hoe vinden we voldoende mensen bereid om in de bejaardenzorg te werken?Al die discussies en prognoses leveren vaak sombere scenario’s op. Maar pas als we in concrete gevallen met de schrijnende werkelijkheid geconfronteerd worden, dan schrikken we op. Dan klinkt de roep dat het zo toch niet langer kan en er nu echt wat aan gedaan moet worden.
Zo’n schokeffect had vorige week het bericht dat sommige bewoners van een verpleegtehuis in Oud-Beijerland voortaan één dag per week in bed moeten blijven. En dat niet om medische redenen, maar omdat er onvoldoende personeel is om hen te wassen en aan te kleden. Het begrip pyjamadag was geboren. Elders overweegt men het aantal maaltijden per dag van drie naar twee terug te brengen. Ook dat spaart werk. Onlangs kregen de verzorgingshuizen een efficiencykorting op hun budget van 0,8 procent opgelegd. Maar als men al alles gedaan heeft om zo efficiënt mogelijk te werken, dan is een efficiencykorting niets anders dan een gewone bezuiniging.
In de zorg is het veel moeilijker om de arbeidsproductiviteit op te voeren dan bijvoorbeeld in de auto-industrie. Het machinaal wassen van bejaarden is nu eenmaal geen optie.
Wel is het een feit dat het ene verzorgingshuis net iets handiger en efficiënter met hetzelfde budget weet om te springen dan het andere. Dat zie je eveneens in het onderwijs en zoiets zie je ook in gezinnen. Maar de aanvankelijk geuite beschuldiging van slecht management gaat voor De Egmontshof in Oud-Beijerland niet op, zoals uit vergelijkende cijfers blijkt.
De conclusie moet dan ook zijn dat de verpleeghuiszorg zo langzamerhand door de bodem gezakt is. De bodem van wat wij, gezien het algehele welvaartsniveau van ons land, aanvaardbaar vinden. Vervolgens rijst dan de vraag in welke richting de oplossing gezocht moet worden.
Moet meer de nadruk gelegd worden op de morele plicht die kinderen hebben om zich om hun bejaarde vader of moeder te bekommeren? Die plicht is er zeker. En er wordt ongetwijfeld veel mantelzorg verleend. Veel bejaarden kunnen nog zelfstandig wonen omdat zij zich verzekerd weten van de assistentie van hun kinderen of anderen.
Maar wat te doen als die kinderen het laten afweten, ver weg wonen of er geen kinderen zijn? Veel verder dan een morele verplichting kun je toch feitelijk niet gaan.
Een hogere eigen bijdrage van de bewoners stuit ook op bezwaren. Lang niet iedereen kan dat opbrengen. Financiële steun van diaconieën biedt alleen een oplossing wanneer er een sterke band bestaat tussen het verpleeghuis en een aantal gemeenten.
Het zou ook denkbaar zijn dat het tehuis slechts een beperkte basiszorg biedt en dat voor alle extraatjes afzonderlijk betaald moet worden. Eén keer in de week onder de douche is dan gratis. Wie vaker wil, moet bijbetalen of moet een dochter of een ander bereid vinden hem of haar daarbij te helpen.
Allerlei varianten daarop zijn mogelijk. Het gevaar is wel dat het basispakket dan steeds schraler wordt omdat men er in Den Haag van uitgaat dat er in de praktijk toch een heleboel meer zorg verschaft wordt.
Meer geld uit de publieke middelen richting verpleeg- en verzorgingshuizen is daarom onvermijdelijk, al moeten andere varianten serieus bekeken worden. Binnen het geheel van de gezondheidszorg gaat het hier om een kwetsbare groep die in een uitzichtloze positie verkeert. Een beperking van het ziekenfondspakket of een hogere eigen bijdrage is beter te verdedigen dan het steeds verder verminderen van de zorg aan hoogbejaarden.