Dat advies gaf de Tilburgse hoogleraar prof. dr. Sophie van Bijsterveld vrijdag in Utrecht bij de opening van het academisch jaar van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Ze stond in een openingscollege stil bij de verhouding tussen religie, staat en samenleving.

Kerk en theologie staan voor drie opgaven, aldus prof. Van Bijsterveld. Allereerst moeten ze de beeldvorming over religie serieus nemen en er een evenwichtig en realistisch beeld tegenoverstellen. „Het beeld van de kerk wordt sterk bepaald door de orthodoxie, overigens niet alleen in christelijke sfeer. Ik noem dat de paradox van de verwatering: de kerk wordt in de ene vorm niet herkend en in de andere afgewezen.”

In de tweede plaats zullen kerken het eigen gedachtegoed vruchtbaar moeten maken en aansluiting zoeken bij de „reële vragen” van de samenleving. Dat betekent volgens prof. Van Bijsterveld onder meer dat kerken meer moeten uitgaan van vraag dan van aanbod.

In de relatie tot de overheid moeten kerken zich niet „in versleten clichés laten vangen”, maar een „passende relatie” bevorderen. De visie dat religie uitsluitend tot de privésfeer behoort, is onjuist gebleken, aldus de hoogleraar.

Prof. dr. Henk van der Sar, voorzitter van het college van bestuur van de PThU, ging onder meer in op de commissie-Frijhoff, die recent pleitte voor de vorming van één kerkelijk opleidingsinstituut. Voor de PthU liggen twee vertrekpunten vast, aldus de hoogleraar: „We hebben ons gevestigd in Amsterdam en Groningen, en ieder die zich bij ons wil aansluiten is meer dan welkom. En ten tweede: ieder voorstel dat onze binding aan de Protestantse Kerk in Nederland institutioneel respecteert, is bespreekbaar.”

Dat betekent volgens prof. Van der Sar dat de samenwerking met de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Rijksuniversiteit in Groningen de komende jaren in ieder geval verder „benut” zal worden.

Er hebben zich dit jaar iets minder studenten aangemeld dan vorig jaar: tegen de 300.