Militair ingrijpen in Syrië is onverstandig
Een Amerikaanse militaire interventie in Syrië is onverstandig, betoogt prof. dr. Stephen M. Walt.
Ook al zou bewezen zijn dat de Syrische regering chemische wapens heeft ingezet, dan nog pleit dat er niet voor dat de Verenigde Staten militair moeten interveniëren. Er wordt dan buitensporig veel gewicht gegeven aan het specifieke soort wapen dat de troepen van president Assad gebruikt zouden hebben. Bovendien negeert men dan tal van redenen die duidelijk maken dat een interventie onverstandig is.
Natuurlijk is het niet goed dat Assads troepen chemische wapens hebben gebruikt. Het is echter onduidelijk waarom de keuze voor een specifiek soort wapen leidt tot een doorslaggevend antwoord op de vraag of de VS gebaat zijn bij een interventie.
Internationaal recht
Het is al decennia duidelijk dat het regime van Assad bijzonder wreed is. Syrische militairen hebben duizenden mensen gedood met conventionele wapens. Maakt het werkelijk uit of Assad zijn tegenstanders doodt met behulp van een 500 ponder, mortiergranaten, clusterbommen, een priem of saringas? Dood is dood, onafhankelijk van waarmee de moord plaatsvond.
Voorstanders van een militaire interventie stellen dat de VS moeten interveniëren omdat de regels voor wat betreft het gebruik van chemische wapens zijn overtreden. De inzet van zenuwgas, zoals sarin, is volgens het internationaal recht verboden, hoewel het in werkelijkheid niet echt een massavernietigingswapen is.
Omdat het in de meeste gevechtssituaties lastig is om chemische wapens te gebruiken, zijn de wapens meestal minder dodelijk dan wapens waarop geen taboe rust zoals zware bommen. Het is dan ook ironisch dat we zouden moeten optreden tegen overtreding van voorschriften die wapens verbieden die minder dodelijk zijn dan de bommen die we zouden gebruiken bij een interventie.
Bovendien zou het pleidooi om in te grijpen overtuigender zijn als de regering van de Verenigde Staten niet zelf het internationaal recht terzijde schuift als Washington iets gedaan wil krijgen.
Extremisten
Een militaire interventie is een slecht idee. Door middel van luchtaanvallen is het niet mogelijk om Assads arsenaal aan chemische wapens te vernietigen. Bovendien zou het eraan kunnen bijdragen dat de machtsbalans in het voordeel van de rebellen uitslaat. Dat zou bijzonder ongelukkig zijn.
Als er al militair ingrepen zou worden, zou dit Assad kunnen aansporen om de chemische wapens vaker in te zetten. En mocht het leiden tot een val van het regime, dan creëren we daarmee een mislukte staat; de val van Assad vormt het startsein voor een bittere strijd tussen de verschillende rebellenbewegingen.
De Syrische opstand begon als een vreedzame hervormingspoging. Tegenwoordig bestaan de krachtigste rebellenbewegingen echter uit jihadistische extremisten. Dat zijn de laatsten die we aan de macht zouden willen zien in Damascus.
Deze rationele overwegingen zijn nog steeds van toepassing, ongeacht welk wapentuig de troepen van Assad hebben gebruikt.
Ongeloofwaardig
Ten slotte, president Obama zou in de verleiding kunnen komen om toch aan te vallen omdat hij, bijzonder onverstandig, stelde dat met de inzet van chemische wapens een „rode lijn” zou worden gepasseerd; zijn geloofwaardigheid staat op het spel. Het zetten van een nieuwe domme stap na een andere helpt echter niet om zijn verloren aanzien te herstellen.
De inzet van de Amerikaanse strijdkrachten is verstandig als het vitale belangen van de VS beschermt. De VS hebben er weinig aan als ze worden meegezogen in het conflict in Syrië. De inzet van chemische wapens door de Syrische overheid verandert daar niets aan.
De auteur is hoogleraar internationale betrekkingen aan Harvard University. Dit artikel verscheen eerder deze week in de International Herald Tribune.