Binnenland

„Zoeken naar terrorismegeld levert weinig op”

AMSTERDAM (ANP). Via banksystemen zoeken naar geld dat bestemd is voor terrorisme, levert weinig op. De resultaten van verschillende programma’s die na de aanslagen van 11 september 2001 zijn ingevoerd en die verdachte geldstromen aan het licht moesten brengen, zijn mager en discutabel. Onderzoekster Mara Wesseling van de Universiteit van Amsterdam, die dinsdag op dit onderwerp promoveert, stelt de vraag of het nog wel wenselijk is dat miljoenen transacties worden geanalyseerd.

29 August 2013 17:10Gewijzigd op 15 November 2020 05:32

Wesseling zegt dat uit haar onderzoek blijkt dat van twee belangrijke programma’s „vooralsnog niet kan worden aangetoond dat ze veel succes hebben opgeleverd”. Dat geldt zowel voor het opsporen van mogelijke terrorismeverdachten als voor het voorkomen van terroristische aanslagen.

Het Terrorist Finance Tracking-programma (TFTP), over doorgifte van informatie over banktransacties aan de VS, heeft voor zover Wesseling kon nagaan, 15 ‘succesvolle’ zaken opgeleverd. Twee mannen die hierdoor zijn gevonden, zijn uiteindelijk in Guantanamo Bay terechtgekomen. Ongeveer 80 procent van de internationale transacties gaat via het bankensysteem Swift en kan worden gescreend. „Je kunt je afvragen of die 15 succesvolle zaken dat waard zijn.”

Van die 15 zaken zijn er maar een paar waarbij TFTP preventief heeft gewerkt, aldus Wesseling. Bij de rest is pas na een aanslag of aanhouding bankinformatie gezocht. Dat was volgens haar het geval na de moord op Theo van Gogh, toen de CIA het een en ander heeft nagezocht over de Hofstadgroep.

Ook onderzocht Wesseling de Europese richtlijn die banken verplicht risicoanalyses te maken van transacties van hun klanten. Volgens haar zijn verdachte transacties vrijwel niet te onderscheiden. Mogelijke terroristen verzinnen manieren om buiten een bank om te werken of doen gewone, onopvallende transacties. Daarbij komt dat de analyses nooit helemaal objectief zijn, waardoor klanten die vaak buitenlandse transacties doen of die een islamitische naam hebben, gediscrimineerd kunnen worden.

De politiek zou een discussie moeten voeren over het nut van deze programma’s en de wenselijkheid ervan. Wesseling: „Het debat zou moeten gaan om de vraag: wat is er nu eigenlijk in gang gezet?” Banken moeten bijvoorbeeld naar al hun klanten kijken als ze analyses willen maken van verdachte zaken. „Als je wil weten wat afwijkt, moet je weten wat normaal is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer