Kerk & religie

Als gekruisigd

Galaten 6:14

27 August 2013 08:05Gewijzigd op 15 November 2020 05:28

„Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.”

Paulus belijdt dat de wereld, die in het boze ligt, hem gekruisigd was. Dat hij van de wereldsgezinde mensen, die uit de wereld zijn en in de genieting van deze wereld alleen hun geluk stellen, een walg had. Dat hij ook in alle opzichten zijn afkerigheid van dezen dadelijk betoonde; dat hij van hun boze werken een afgrijzen had, en zijn aangezicht van hen afwendde, als van een gekruiste.

Ook dat de wereld, het voornaamste gedeelte van de wereld, Kanaän, Jeruzalem, de tempel, en de hele levitische godsdienst en wettische huishouding, waarin hij eertijds zijn roem, zijn heil en zijn zaligheid stelde, nu in zijn ogen als gekruisigd was. Dat hij alles schade en drek achtte, om de uitnemendheid der kennis van Jezus Christus en Die gekruist.

Ja, hij betuigt niet alleen dat de wereld hem, maar dat hij ook voor de wereld gekruisigd was. Hij wil hiermee kort zeggen dat hij door de wereld, die in het boze ligt, van de wereldsgezinde mensen, die uit de wereld zijn, en vooral ook van degenen die de eerste beginselen der wereld aankleefden, en deze aan anderen opdrongen alsof zij nog in de wereld (Kol. 2:20) waren, met de grootste verachting aangezien en mishandeld werd als een gekruiste. Zij merkten hem aan als iemand met wie zij niet konden of wilden omgaan.

Christiaan Salomon Duitsch,

voormalig rabbijn en predikant te Mijdrecht

(”De geluksstaat”, 1779)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer