De gedupeerde beleggers verwijten DNB dat deze SNS eind januari de opdracht gaf om zijn kapitaal met 2 miljard euro te versterken, anders zou de bankvergunning van SNS worden ingetrokken. SNS kon dat niet en kort daarop werd het concern genationaliseerd door de Staat. Volgens Faas had de actie van DNB „een hoog doorgestokenkaartgehalte”, omdat de Staat en de centrale bank achter de schermen al samenwerkten aan de nationalisatie.

De stichting maakte in maart reeds bezwaar tegen de handelwijze van DNB, maar de toezichthouder weigert volgens Faas inhoudelijk op zijn bezwaren in te gaan omdat de obligatiehouders in de ogen van DNB geen belanghebbenden zouden zijn. Via een beroepsprocedure bij de bestuursrechter in Rotterdam tracht Faas af te dwingen dat de toezichthouder alsnog met hem in discussie gaat.

„DNB stelt dat het bestuur van SNS de enige directe belanghebbende in de zaak is. Maar het bestuur van SNS is vervangen na de nationalisatie. Die mensen danken hun baan aan de overname door de Staat en gaan daar natuurlijk nooit bezwaar tegen maken”, aldus de beleggersactivist.

In een reactie laat DNB weten nooit uitspraken te doen over een mogelijke rechtszaak.

Uiteindelijk hoopt Faas juridisch aan te tonen dat DNB bij de nationalisatie „onjuist” heeft gehandeld. Hij gaat dan kijken of het mogelijk is schadevergoedingen te claimen bij de toezichthouder.

Bij de nationalisatie van SNS in februari bepaalde minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) dat houders van achtergestelde obligaties geen aanspraak konden maken op een vergoeding voor hun stukken. De stichting van Faas heeft al meerdere rechtszaken lopen om compensatie los te krijgen.