Bijbelkritiek in Duitsland neemt toe
De historisch-kritische methode aan theologische faculteiten in Duitsland wordt radicaler. Onderzoek en onderwijs betwijfelen in toenemende mate de historische geloofwaardigheid van de bijbelse geschiedenissen.
Dat stelde de studiecoördinator van het piëtistische Albrecht Bengel-Studienhaus, ds. Hartmut Schmid, afgelopen weekend tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het instituut in Leinfelden-Echterdingen (bij Stuttgart). „De afgelopen 200 jaar zijn exegeten steeds schriftkritischer te werk gegaan, met name bij de geschiedenissen van Abraham, Jakob en Mozes. Ook wordt steeds stelliger beweerd dat de intocht in het land Kanaän niet echt gebeurd zou zijn. Dit zouden slechts vertellingen zijn met een eventuele historische kern.”
De afgelopen dertig jaar heeft volgens ds. Schmid het wantrouwen van exegeten ook de gebeurtenissen tussen 1000 en 700 voor Christus getroffen. „Vandaar de ontkenning van het feit dat er ooit een Israëlitisch grootrijk onder de heerschappij van de koningen David en Salomo geweest zou zijn. Salomo was volgens deze exegeten niet meer dan een vorst van een provincie en Jeruzalem zou een onbetekenend bergdorp geweest zijn.”
De consequentie hiervan is dat leidende vertegenwoordigers van de historisch-kritische school ook twijfels uitspreken over het spreken van God en over Zijn ingrijpen in de geschiedenis, aldus Schmid.
„Het gaat de kerk goed wanneer zij het Woord van God laat glanzen”, stelde de vroegere voorzitter van het Albrecht Bengel-instituut, de emeritus decaan Martin Holland (Tübingen). Hij deed op de conferentie een appèl aan de kerkleiding van Duitsland „om de Bijbel onbeperkt te laten gelden.” Hij vatte daarmee een kerngedachte van de theoloog Albrecht Bengel (1687-1752) samen.
Rector Rolf Hille (Tübingen) pleitte voor een „door de Heilige Geest verlichte theologie, waarin geloof en rede een eenheid vormen.”
Met dit alles wil het instituut zich niet onttrekken aan de landskerk, de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). De Oberkirchenrat Hans-Dieter Wille (Stuttgart) bedankte het Bengel-instituut voor zijn verbondenheid met de landskerk. „Ondanks verschillende kritische geluiden ervaren we een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de kerk.”
Het Albrecht Bengel-instituut wil een „noodzakelijk alternatief” bieden voor de officiële theologie aan de Duitse theologische faculteiten. Het instituut gaat uit van de historische betrouwbaarheid en de zelfopenbaring van God in de Heilige Schrift. In het naar Albrecht Bengel genoemde instituut wonen en studeren ongeveer 120 studenten. Een op de tien Württembergse predikanten is er gevormd. Gelijksoortige opleidingen zijn er in Heidelberg, Marburg en Mainz.