Kerk & religie

Kerken bij de atheïsten in Londen

Atheïsten in Londen organiseren hun eigen godloze kerk­diensten. De enorme toeloop overtreft alle verwachtingen. „Als ik nog geloofde, zou ik nu de Heere prijzen.”

Menno van den Bos

20 August 2013 19:51Gewijzigd op 15 November 2020 05:23
The Sunday Assembly kwam tot mei samen in een voormalige anglicaanse kerk in Londen. Beeld AFP
The Sunday Assembly kwam tot mei samen in een voormalige anglicaanse kerk in Londen. Beeld AFP

Lunchtijd in de City, het kolkende zakendistrict in hartje Londen. Op bankjes in de zon prikken zakenlui zwijgend hun sushi’s weg. Met hun andere hand checken ze continu hun smartphone. Daarna stromen ze weer terug naar de glimmende wolkenkrabbers.

De City is het epicentrum van doelloos individualisme in Engeland, vindt de atheïstische filosoof Alain de Botton. Precies daarom wilde hij hier vorig jaar een tempel voor ongelovigen neerzetten. Londenaren „zonder perspectief” zouden zich hier kunnen bezinnen op het leven.

De seculiere tempel van De Botton bleef uit. Toch verscheen er dit jaar een atheïstenkerk in Londen: The Sunday Assembly. „Ik had het idee al veel eerder dan Alain de Botton”, zegt oprichter Sanderson Jones lachend. Jones, een boomlange stand-upcomedian met wilde haar- en baardgroei, bedacht The Sunday Assembly samen met Pippa Evans, eveneens komiek. „Het idee van kerkdiensten voor niet-gelovigen zit al jaren in mijn hoofd. Nu we begonnen zijn, hoor ik opeens van anderen dat ze met hetzelfde idee rondliepen. Het was een kwestie van tijd dat er zoiets kwam, en wij zijn toevallig de eersten.”

The Sunday Assembly houdt elke eerste zondag van de maand samenkomsten. Tot mei was de locatie hiervoor een voormalige anglicaanse kerk, daarna moest er verhuisd worden naar het ruimere Conway Hall. Reden: The Sunday Assembly zat zo vol dat het niet langer verantwoord was. Al na drie edities werden tientallen geïnteresseerden teleurgesteld omdat ze er echt niet meer bij pasten. Onlangs werd er opnieuw verhuisd, naar de nog ruimere York Hall.

De grote toeloop overviel de oprichters. Zij rekenden op een handvol bezoekers, niet op honderden mensen. Jones heeft zijn comedywerk inmiddels neergelegd om zich fulltime op zijn nieuwe passie te storten. „Als ik nog geloofde, zou ik nu jubelend de Heere prijzen. Maar nee, we zijn gewoon gezegend door het lot.”

Jones verklaart de enorme toeloop met dezelfde observatie als De Botton: er is buitengewoon veel eenzaamheid in Londen. „Elk mens heeft een oerbehoefte aan gemeenschap, ook de inwoners van deze stad. En dat leidt hen naar ons.”

De diensten onder leiding van Jones en Evans zijn „half serieus, half vrolijk.” De orde van dienst: een preek van een filosoof of andere „inspirerende” culturele figuur, en het zingen van liederen, veelal popsongs met een vernis van diepzinnigheid. „Veel mensen vinden de samenzang eerst wat vreemd, maar na afloop denken ze daar vaak anders over: ze zien het dan als het fijnste onderdeel van de dienst.”

Vrijdenkerscentrum

The Sunday Assembly staat niet op zichzelf. Atheïstische kerkdiensten schieten ook wortel bij The School of Life van –inderdaad– Alain de Botton. Dit instituut, een soort filosofische LOI, geeft cursussen over bijvoorbeeld werk, liefde of rouw. Maar de seculiere preken –op zondag of door de week– zijn misschien wel het populairst.

Ze vinden toevallig eveneens plaats in Conway Hall, een vrijdenkerscentrum in de City, en de een na laatste uitvalsbasis van de collega’s van The Sunday Assembly. In de spartaanse houten hal is het muf en donker. Het enige beetje licht valt door het dak op de witte letters ”To thine own self be true”. Trouw zijn aan jezelf. Afgezien van dit humanistische dogma lijkt Conway Hall een wat duffe dorpskerk. Je ziet er de rollen pepermunt al rondgaan.

Maar anders dan in traditionele kerken in Engeland, zit het hier zondags steevast vol. Reserveren moet maanden van tevoren. De prediking gaat over thema’s als moed en naastenliefde. Tussendoor wordt er gezongen, en na afloop is er thee met ”sticky buns”: het Britse equivalent van natte cake.

De meeste toespraken in Conway Hall worden ”lectures” (lezingen) genoemd. Maar net als The Sunday Assembly durft The School of Life ook het woord preek (”sermon”) te gebruiken. De Botton zelf preekte ook, begin vorig jaar. Hij hield een algemeen verhaal over religie voor atheïsten. Wie geen religie aanhangt, is gevangen in een maatschappij waar seks en geld de grootste goden zijn, zei hij. De Botton wil atheïsten een alternatief bieden met seculiere kerkdiensten, die het beste uit andere religies halen.

Sanderson Jones denkt er hetzelfde over. Anglicaans opgevoed, liet hij in zijn late tienerjaren kerk en geloof achter zich. Jones onthield van de kerk niettemin vooral de mooie dingen: het samenzijn, de zang, de onderlinge steun. Eigenlijk alles, behalve het geloof zelf. Ziedaar de formule van The Sunday Assembly. De ‘leuke’ dingen worden naar believen uit conventionele religies geplukt. Afgelopen voorjaar werd er zelfs een paasdienst gehouden. „Waarom niet? Wij laten ons echt niet tegenhouden door een meningsverschilletje over de vraag of Jezus echt opstond of niet.”

Kan Jones het zich voorstellen dat veel christenen het niet waarderen dat hun tradities worden gekaapt? Een beetje, maar ook weer niet. „De kerk heeft zelf door de eeuwen heen ook bij andere culturen en religies geshopt”, zegt hij.

De Botton toont meer begrip. Hij snapt dat gelovigen aanstoot nemen aan „religieus shoppen” door ongelovigen. Maar, zegt de filosoof, voor ons is religie net als kunst en cultuur. „Je luistert ook niet naar alle muziek, alleen naar wat je mooi vindt.”

Jones en Evans vatten hun filosofie samen in de slogan ”Live better, help often, wonder more”. Beter en intenser leven, dus. Maar wat is „goed leven”? Gelovigen hebben daarvoor een ‘handleiding’ die The Sunday Assembly ontbeert: de Bijbel. Jones laat de uitwerking over aan het individu. „Ik denk dat elk mens diep vanbinnen wel weet wat hij fout doet en hoe hij zijn leven kan beteren.” Of de Bijbel hem daarbij nog inspireert? „Ik zou liegen als ik zei dat ik hem onlangs heb opengeslagen.”

Rafelranden

Het is niet zo verwonderlijk dat dit alles juist in Groot-Brittannië plaatsvindt. In het land van vooraanstaande atheïsten als Dawkins en Hitchens lijkt het christelijk geloof steeds meer een fenomeen in de marge. Religie is dan wel diep verweven in de Britse cultuur, getuige onder meer het feit dat er met de Church of England nog altijd een staatskerk is. Maar het percentage mensen dat zegt daadwerkelijk te geloven, is een van de laagste van Europa. Volgens de Britse cultuurfilosoof Theodore Dal­rymple is religie hier „behalve aan de rafelranden van de samenleving praktisch gesproken dood.”

Natuurlijk, religiositeit buiten de kerk was er altijd al, maar vooral achter de eigen voordeur. Het opmerkelijke anno 2013 is dat ze in gemeenschappen mag worden beleefd. De kerk als instituut is niet langer een diskwalificatie. Samen is in. Zoals De Botton preekte: het „ijzeren gordijn” in de samen­leving is eindelijk verdwenen. Mensen hoeven niet meer te kiezen tussen geloof en antigeloof.

The Sunday Assembly schroeft volgend jaar de frequentie van haar samenkomsten op van één keer per maand naar één keer per week. De kerk heeft inmiddels navolging buiten Londen. Jones en Evans hielpen bij het op poten zetten van samenkomsten in Glasgow (Schotland) en Melbourne (Australië).

Ook in Nederland lijkt de bodem vruchtbaar. In ons land stromen de kerken eveneens leeg – en slaan projecten als de ”Preek van de leek”, waarbij bekende Nederlanders de kansel beklimmen, aan. Het concept van The Sunday Assembly beantwoordt aan de stemming in seculariserend, maar spiritueel nieuwsgierig Nederland. Al zal de ”breakfast tea” na afloop misschien worden vervangen door een Hollandse pot koffie.


„Bijbelse openbaring blijft de essentie”

Kerkdiensten zonder God in Londen. De nieuwtestamenticus dr. Pieter Lalleman werkt sinds 2000 in de Britse hoofdstad, waar hij lesgeeft aan de theologische universiteit Spurgeon’s College. Dr. Lalleman waakt ervoor om The Sunday Assembly en The School of Life volledig af te branden. „Ik voel wel enige sympathie voor de poging tot zingeving. Bovendien helpt het wellicht om de Britten vertrouwd te houden met het concept kerkgang. Het kan zelfs een opstapje zijn naar het bezoeken van een echte kerk.”

„Maar”, zegt hij, „inhoudelijk gaan deze mensen natuurlijk de verkeerde weg. Bijbelse openbaring blijft de essentie.”

De theoloog is het dan ook niet eens met Jones’ stelling dat mensen van nature aanvoelen wat goed en wat fout is. „Nee, mensen zijn van nature zelfzuchtig. De christelijke moraal is essentieel voor een samenleving, ook voor de Britse. Overigens is die hier nog sterk aanwezig. De staatskerk is eigenlijk onomstreden, en veel wetgeving is nog altijd sterk gebaseerd op de Tien Geboden.”

Desondanks is er in de Britse steden enorm veel eenzaamheid, weet 
dr. Lalleman. „Het leven in Londen is niet echt leuk. Weinig mensen kennen elkaar, er wordt niet gegroet op straat. Tussen 8 miljoen mensen kun je je diep eenzaam voelen.” Die eenzaamheid ziet hij als verklaring voor het succes van seculiere diensten. Dr. Lalleman kan zich levendig voorstellen dat een Brit die met zijn ziel onder zijn arm loopt, daar zijn toevlucht zoekt. „In dit land heb je de familie of de kerk. Als je de kerk niks vindt en de familie uit beeld is, ga je naar zoiets toe.” De populariteit zal wel beklijven, schat hij in. „Hier is duidelijk ruimte voor in dit land.”

Dat de samenkomsten sterk afgeleid zijn van christelijke erediensten, voelt een beetje dubbel, geeft dr. Lalleman toe. „Toch kun je het ook zien als een compliment aan het christendom. Kennelijk werkt de kerkelijke manier toch heel erg goed.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer