Ds. Roos: Perk synodebesluiten in door heldere taal van de Bijbel
Het gevaar van een generale synode is het sparen van de kool en de geit, schrijft ds. P. Roos in het blad Bewaar het Pand. De landelijke kerkvergadering van de Christelijke Gereformeerde Kerken, die eind deze maand begint, zou volgens de predikant in één week gereed kunnen komen. Als er tenminste naar eenduidigheid wordt gestreefd.
„Ik herinner me uit mijn synodale jaren, dat een generale synode nimmer besluiten formuleert in de categorieën ja en nee. Het zijn lange verhalen en logge formules. Waarom? Omdat alle standpunten in de formulering verwerkt moeten worden. Je kunt in de overwegingen en de oordelen ieder aan bod laten komen. Het besluit krijgt daardoor een pluriform en mistig karakter.
Een voorbeeld: „De regering, constaterend dat er te veel fijnstof is, overwegende dat er verschillend gedacht wordt over de gevolgen hiervan, van oordeel dat de auto onmisbaar is, besluit dat er tussen 10 en 2 uur geen gemotoriseerd verkeer is toegestaan.” Zo ontstaat een compromis. Dat heeft z’n goede kanten. (…)
Een synode met enig gevoel van eigenwaarde heeft echter minstens een kleine pagina nodig om alle op- en aanmerkingen die gemaakt zijn, in het besluit te verwerken. Welke weg wijst dan het uiteindelijke besluit?
Nog een voorbeeld: „De generale synode, overwegend dat 40 procent voor is, constaterend dat er 60 procent tegen is, besluit de zaak aan de vrijheid der kerken over te laten.” Dit is, ik geef het toe, een veel te simpele voorstelling van ingewikkelde problemen; maar er ligt toch een kern van waarheid in. Zo gaat het soms. U krijgt hierdoor als kerkganger op afstand een flauwe indruk van de manier waarop kerken soms te werk gaan.
Een synode zou in één week klaar kunnen komen, als er gestreefd werd naar eenduidigheid. Andere kerken hebben veel minder tijd nodig. Het lijkt een huismerk van onze kerken te zijn. We zijn helaas gewend geraakt aan de gedachte dat alles ingewikkeld is en dat alles ingewikkelder kan worden. We zijn broeders, dus we rekenen met elkaar. We willen ieder meenemen in het besluit. Dat vind ik een heel goede gedachte, als deze maar ingeperkt wordt door de heldere taal van Gods Woord. Daar kunnen we echter lang niet altijd zeker van zijn. Men lijkt zodoende van mening te zijn, dat ieder standpunt z’n goed recht heeft.
Er zullen pastorale motieven ten grondslag liggen aan kerkelijke formules. We willen ieder immers behouden bij de gemeente. Op termijn echter blijkt vaak, dat we op die manier juist geen van beide groeperingen vasthouden. Daarom moet de koers die men vaart, allereerst door Gods Woord bepaald worden.”