De kerk is een aantal malen gerestaureerd. Dat gebeurde in 1843, 1938 en 1989. In 1843 zijn de ramen vervangen en is een ‘tochtportaaltje’ aan de kerk gebouwd. In 1938 werd het interieur flink onder handen genomen. Bij de laatste restauratie moest het dak worden vervangen vanwege een lek.

Bij de restauratie in 1938 werd bij graafwerkzaamheden onder de kerkvloer een grafkelder aangetroffen waarvan het bestaan tot die tijd nog niet bekend was. De kelderingang was dichtgemetseld. In de kelder stonden drie nog in zeer goede staat zijnde grote lijkkisten naast elkaar geplaatst. Op een kleine kist werd het jaartal 1661 aangetroffen, terwijl twee grote kisten waren bijgezet in 1824 en 1829.

Friso wordt begraven op de kleine begraafplaats naast de kerk.