Kleine schouders
Met haar 11 jaar is ze al een hele dame. Ze weet van aanpakken. Altijd staat ze voor een ander klaar, nooit doe je tevergeefs een beroep op haar. Als het nodig is runt ze het hele gezin. En gelukkig, het gaat heel goed met haar. Je hoort haar eigenlijk nooit klagen over de overbelaste gezinssituatie waarin ze opgroeit. Altijd is ze vriendelijk, geduldig en tot hulp bereid. Geweldig om zo’n dochter te hebben. Met trots zou een willekeurige moeder dit kunnen vertellen over haar oudste dochter. Wat een zorgen in haar gezin. Maar gelukkig, haar dochter helpt haar erdoorheen.
In de bovenstaande situatie is sprake van ”parentificatie”. Daarin zit het Engelse woord voor ouder: parent. We spreken van parentificatie als een kind (ouderlijke) verantwoordelijkheden krijgt te dragen die niet passen bij de leeftijd en de positie van het kind. Kinderen krijgen daarmee een last te dragen die te zwaar is voor hun kleine schouders.
Parentificatie kent vele gezichten. Het komt vaak voor bij kinderen van (psychisch) zieke of verslaafde ouders. Andere kinderen bemiddelen in de ruzies tussen hun ouders, fungeren als boodschappers tussen pa en ma of vormen met hun eigen probleemgedrag de bliksemafleider. Weer anderen leren al vroeg hun eigen boontjes te doppen omdat hun ouders bezet zijn met hun eigen bezigheden en problemen, of hun handen vol hebben aan een broertje of zusje dat alle aandacht vraagt.
Nu is parentificatie niet altijd schadelijk. Het hoort helaas bij het leven na Genesis 3. Waar zwakke en gebrekkige ouders opvoeden, worden kinderen geparentificeerd. Als een van de ouders ziek is of overleden, is het logisch dat de kinderen met elkaar een deel van de verantwoordelijkheden overnemen.
Het probleem van parentificatie is echter dat er een patroon van zorgen ontstaat dat ten koste gaat van het welzijn van het kind. Het kind leert om voortdurend gericht te zijn op de behoeften van een ander. Het lijkt alsof het prima gaat, maar schijn bedriegt. In feite wordt het kind gedwongen om te jong te volwassen te zijn. Een kind dat een kleine volwassene moet zijn, wordt soms een volwassene die zich gedraagt als een groot kind. Of op volwassen leeftijd blijft het zich altijd en overal verantwoordelijk voor voelen.
Kinderen die nóóít klagen lijken ideaal. Daar kun je er wel twintig van hebben. De werkelijkheid is anders. Ideale kinderen zijn er vaak heel goed in om hun innerlijke spanningen te verbergen. Maar ook ideale kinderen hebben er recht op om kind te zijn.