Binnenland

„Houd op het water rekening met elkaar”

DRIEBERGEN. Hoe veilig is het op de Nederlandse wateren? Maandag kwamen er twee varensgasten om bij een bootongeval. „De binnenvaart heeft niet het alleenrecht op het water. De pleziervaart heeft dat ook niet.”

J. Visscher
13 August 2013 16:06Gewijzigd op 15 November 2020 05:16
Foto ANP
Foto ANP

Triest genoeg deden zich de afgelopen tijd op drukbevaren kanalen ernstige vaarongevallen voor. In mei kwam op het Prinses Margrietkanaal bij Spannenburg een sloep in aanvaring met een binnenvaartschip. Daarbij kwam een 81-jarige vrouw uit de sloep om het leven. Dertien andere opvarenden konden worden gered. Op hetzelfde Prinses Margrietkanaal kwam in juni, bij Grou, een pleziervaartuig in aanvaring met een binnenvaartschip. Daarbij overleed het echtpaar (67 en 64 jaar) dat op het jacht voer. En gisteren kwamen twee zestigers om het leven toen hun motorboot in aanvaring kwam met een gastanker.

Het aantal ongevallen met recreatieboten in Nederland is de laatste jaren meer dan verdubbeld. In 2004 waren er 198 ongelukken, in 2012 waren het er 473. Dat blijkt uit cijfers van Rijkswaterstaat, meldde de NOS maandag. Volgens Rijkswaterstaat zijn er twee oorzaken: er is meer pleziervaart en de ongelukken worden beter geregistreerd.

De meeste watersporters „weten wat ze doen”, zegt J. van den Heuvel, veiligheidscoördinator bij watersportkoepel Hiswa. Toch kan „onwetendheid mensen parten spelen. Vaak heeft een ongeval niet zozeer een technische oorzaak, maar speelt menselijk gedrag een rol.”

Watersporters doen er goed aan zich te vergewissen van een aantal zaken, betoogt Van den Heuvel. „Van belang is om aan de juiste kant van het vaarwater te varen en rondom goed uitzicht te hebben, ook op een regenachtige dag.” Van cruciaal belang is ook om „voldoende te luisteren” naar de marifoon. Ook het in bezit hebben van een behoorlijk anker(touw) is van belang, schetst hij. „Zodat je niet meteen aan lagerwal raakt als je motor afslaat.”

Binnenvaart en pleziervaart moeten rekening met elkaar houden, vindt Van den Heuvel. Hij wijst op het project ”Varen doe je samen”, dat tot doel heeft de veiligheid op het water te verbeteren en waarin zowel binnenvaart als pleziervaart is vertegenwoordigd. „De binnenvaart heeft niet het alleenrecht op het water. En de pleziervaart heeft dat ook niet. Watersporters houden soms onvoldoende rekening met bijvoorbeeld plaatselijke stromingen en wind. Laat de beroepsvaart er rekening mee houden dat watersporters een foutje kunnen maken, waarmee ik fouten niet goedpraat.”

Watersporters moeten beseffen dat een binnenvaartschip een dode hoek kan hebben, stelt Van den Heuvel. „Leef je in in de situatie van een binnenvaartschipper. Een binnenvaartschip is minder wendbaar dan een pleziervaartuig.” Op dit moment is een vaarbewijs niet nodig voor schepen korter dan 15 meter en met een snelheid minder dan 20 kilometer per uur. Wat Van den Heuvel betreft blijft die situatie zo.

Wilco Volker van het Bureau Voorlichting Binnenvaart vindt daarentegen dat er nagedacht moet worden over het verplicht stellen van een vaarbewijs voor de pleziervaart voor de hoofdvaarwegen. Binnenvaartschippers klagen over pleziervaart, andersom klaagt de pleziervaart over de binnenvaart, schetst Volker. „Net zoals fietsers over vrachtwagenchauffeurs klagen en andersom.” Er zijn watersporters die amper weet hebben van de lange remweg van een binnenvaartschip, schetst Volker. „Zo’n schip zet je niet zomaar stil.” Binnenvaartschippers dienen te beseffen dat ze niet te hard uit een sluis moeten varen, stelt Volker. „Het schroefwater heeft een zuigende werking, waardoor een jacht moeilijker bestuurbaar kan worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer