„Heidelberger wordt literair document uit het verleden”
„De Heidelbergse Catechismus heeft slechts een plaats in smalle regionen van de theologische wetenschap en in het bewustzijn van een klein aantal predikanten. De catechismus wordt meer en meer een eerbiedwaardig literair document dat losstaat van het leven.”
Dit zei ds. Günter Twardella (Wuppertal) over de kerk in Duitsland, tijdens het Heidelbergercongres in Cluj. Hij wilde de noodklok luiden, en dat niet alleen voor Duitsland. Want, zo zei hij met een citaat van de jonggestorven Amerikaanse media-expert Neil Postman, we weten niet meer vanwaar wij komen en waar we heengaan. „We lijden aan een soort culturele aids. Dat betekent dat we het bewustzijn verloren hebben van wat zinvol is.”
Omdat de Heidelberger duidelijk maakt wat geloof tot christelijk geloof maakt, neemt hij ten overstaan van het moderne zoeken naar God en van een breed religieus aanbod een uitgesproken plaats in. „De gekruisigde en opgestane Christus en de kracht van Zijn levenwekkende Geest vormen daarin de grond van ons geloof en van de toekomst van de kerk.”
Om de Heidelberger weer meer ingang te doen vinden, pleitte ds. Twardella voor een moderne vertaling, maar ook voor korte, kerkelijk vrijgegeven uitgaven (”Kurzfassungen”). „De binding aan de belijdenis mag niet lichtvaardig op het spel worden gezet.”
De Duitse pastor toonde respect voor het feit dat het de kerk in Transsylvanië lukt om de belangstelling voor de Heidelberger levend te houden.
In het Hongaarstalige gebied van Roemenië heeft de Heidelberger van meet af aan de doorwerking van de Reformatie sterk bevorderd, doordat al snel een vertaling gereed was (1577). Daarna is de Heidelberger dikwijls opnieuw vertaald. Toch constateerde dr. Károly Fekete (Debrecen) dat, onder meer door oecumenisering en secularisatie, maar ook onder invloed van allerlei vrije bewegingen, de invloed van de Heidelberger sterk is afgenomen. Ondanks het feit dat het belijdenisgeschrift deel uitmaakt van de grondslag van de kerk.
Hoe groot de plaats van de Heidelberger in het verleden is geweest, bleek uit een lezing van Zoltán Ballai. Hij ging in op de vele verklaringen van de Heidelberger die vanaf de zeventiende eeuw tot het midden van de twintigste eeuw in Transsylvanië zijn gemaakt. Overigens bleek Kohlbrugge niet of nauwelijks bekend te zijn.
Dr. Ferenc Szücs (Boedapest) achtte de vraag- en antwoordvorm van de Heidelberger heel geschikt om de dialoog te bevorderen. Hij pleitte ervoor om bepaalde elementen in de catechismus te herzien. „Aangezien de RK-Kerk op het Tweede Vaticaanse Concilie het offerkarakter van de mis terzijde heeft gesteld, dient vraag en antwoord 80, het meest polemische van de Heidelberger, opnieuw te worden bekeken.”
Over de doop lokte hij enige discussie uit met dr. Támas Juhász (Cluj). Deed dr. Szücs enigszins relativerend over de kinderdoop, Juhász hield vast aan de formulering in de Heidelberger dat jonge kinderen moeten worden gedoopt.
Dr. Szücs werd ook bevraagd op de spiritualiteit in de Heidelberger. Dit naar aanleiding van een lezing van dr. ir. J. van der Graaf, met de titel ”Leerling van de Heidelberger onder de prediking”. Van der Graaf benadrukte dat de Heidelberger in heldere formuleringen aangeeft wat geloof en rechtvaardiging door het geloof is (Zondag 7 en 23). „De Heidelberger geeft echter niet alleen leerstellig, maar ook geestelijk onderricht. Het gaat om geloven met het hart en belijden met de mond. Hierin speelt ook het eigen werk van de Heilige Geest. Dat komt uit in wat de Heidelberger zegt over de bekering, het leven naar het gebod en het gebed.”
Szücs leek het werk van de Geest te willen beperken tot wat de Heidelberger ten aanzien van Christus belijdt. Ds. Twardella stelde daartegenover dat er geen christologie is zonder pneumatologie.
Van der Graaf pleitte er verder voor om voor elke generatie de Heidelberger bij het licht van het Woord te houden, „vooral omdat voor bijvoorbeeld moderne ethische vragen de uitleg van de Heidelberger actualiteit heeft, maar ook voortdurende actualisering behoeft.”
Door verschillende sprekers, waaronder de Lutherse dr. Hermann Pitters uit Hermannstadt, werd onderstreept dat de betekenis van de Heidelberger het gereformeerd protestantisme overstijgt en dat het geschrift voor het hele protestantisme van belang is.
Het congres werd afgesloten met het uitreiken van zeven eredoctoraten aan het Protestantse Theologische Instituut. Behalve de Hongaarse dr. Ferenc Szücs kreeg ook Daniël Szabo uit Miscolc een eredoctoraat. Szabo is bij de Oost-Europa-organisaties in Nederland al vele jaren een goede bekende. Hij was curator van de Hongaarse Hervormde Kerk. Momenteel is hij in Hongarije voorzitter van de ouderlingenbond.